Dismissal: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

dismissal:
- Entlassung; Kündigung; Ausstoß; Ausstoßung; Kündigen; Abdanken; Abweisung; Ablehnung; Verwerfung; Verdammnis; Abdankung; Abschied; Diensentlassung; Freisetzung; Haftentlassung; Freilassung; Amnestie
Wiktionary:
- dismissal → Entlassung, Kündigung, Abberufung
- dismissal → Entlassung, Kündigung, Ferien

Engels

Uitgebreide vertaling voor dismissal (Engels) in het Duits

the dismissal (redundancy; discharge; discharging)
die Entlassung; die Kündigung; der Ausstoß; die Ausstoßung
- Entlassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kündigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausstoß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausstoßung [die ~] zelfstandig naamwoord
the dismissal (discharge; firing)
Kündigen; Abdanken
- Kündigen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Abdanken [das ~] zelfstandig naamwoord
the dismissal (rejection; condemnation)
die Abweisung; die Ablehnung; die Verwerfung; die Verdammnis
- Abweisung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ablehnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verwerfung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verdammnis [die ~] zelfstandig naamwoord
the dismissal
die Abdankung; die Entlassung
- Abdankung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Entlassung [die ~] zelfstandig naamwoord
the dismissal
die Entlassung
- Entlassung [die ~] zelfstandig naamwoord
the dismissal (notice)
der Abschied; die Diensentlassung
- Abschied [der ~] zelfstandig naamwoord
- Diensentlassung [die ~] zelfstandig naamwoord
the dismissal (liberation; discharge; release; manumission)
die Freisetzung; die Haftentlassung; die Freilassung; die Amnestie
- Freisetzung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Haftentlassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Freilassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Amnestie [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abdanken	discharge; dismissal; firing
Abdankung	dismissal
Ablehnung	condemnation; dismissal; rejection	challenge; damnation; turning down
Abschied	dismissal; notice	farewell; good-bye; parting
Abweisung	condemnation; dismissal; rejection	denial
Amnestie	discharge; dismissal; liberation; manumission; release	absolution; amnesty; liberation; manumission; pardon; release; remission
Ausstoß	discharge; discharging; dismissal; redundancy	discharge; discharging; emission; issue; output
Ausstoßung	discharge; discharging; dismissal; redundancy	expulsion; pushing out; removal
Diensentlassung	dismissal; notice
Entlassung	discharge; discharging; dismissal; redundancy	demobilisation; demobilization
Freilassung	discharge; dismissal; liberation; manumission; release	liberation; release; relief; rescue
Freisetzung	discharge; dismissal; liberation; manumission; release
Haftentlassung	discharge; dismissal; liberation; manumission; release	liberation; release; relief; rescue
Kündigen	discharge; dismissal; firing
Kündigung	discharge; discharging; dismissal; redundancy	leaving; resignation; retire
Verdammnis	condemnation; dismissal; rejection	damnation
Verwerfung	condemnation; dismissal; rejection	damnation
-	discharge; dismission; firing; judgement of dismissal; judgment of dismissal; liberation; pink slip; release; sack; sacking
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	removal

judgment of dismissal; judgement of dismissal; judgment; judgement; judicial decision
dismission; pink slip; notice
permission
discharge; firing; liberation; release; sack; sacking; termination; ending; conclusion

dismissal

noun

dismissal

noun

Entlassung aus einem Arbeitsverhältnis
- Kündigung → firing; layoff; dismissal
Erlaubnis oder Zwang, von etwas (Arbeitsstelle, Gefängnis, Krankenhaus...) ausscheiden
- Entlassung → dismissal; discharge
Die Enthebung einer Person von seinem Amt, seiner Funktion oder seiner Tätigkeit.
- Abberufung → calling home; recalling; dismissal

Cross Translation:

From	To	Via
• dismissal	→ Entlassung; Kündigung	↔ ontslag — het verbreken van het dienstverband met een werknemer
• dismissal	→ Entlassung; Ferien	↔ congé — permission d’aller, de venir, de s’absenter, de se retirer.