Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- miserable:
- miser:
-
Wiktionary:
- miserable → miserabel, erbärmlich, jämmerlich, elend, schofel, schofelig, trist
- miserable → elend, miserabel, elendig, betrübt, traurig, arm, unglücklich, erbärmlich, verderbtheit, böse, schlecht, übel, schlimm, jämmerlich, leer, unvermögend
- miser → Knauserin, Knauser, Rappenspalter, Rappenspalterin, Pfennigklauberin, Pfennigfuchser, Pfennigfuchserin, Pfennigklauber, Geizige, Geizhals, Geizkragen, Geiziger, Filz
- miser → Geizkragen, Geizhals, Geiz, Habgier
Engels
Uitgebreide vertaling voor miserable (Engels) in het Duits
miserable:
-
miserable (wretched; naseaus; rotten)
erbärmlich; schlecht; unpäßlich; elend; miserabel-
erbärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
schlecht bijvoeglijk naamwoord
-
unpäßlich bijvoeglijk naamwoord
-
elend bijvoeglijk naamwoord
-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
-
miserable (paltry; terrible; abominable; poor; meagre; meager)
-
miserable (pitiful; pathetic; wretched; distressful)
erbärmlich; miserabel; kläglich; jämmerlich-
erbärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
kläglich bijvoeglijk naamwoord
-
jämmerlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
miserable (awful; rotten)
miserabel; erbärmlich; elend; jämmerlich-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
erbärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
elend bijvoeglijk naamwoord
-
jämmerlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
miserable (poor; lean; shabby; flimsy; thin)
empfindlich; knapp; schmächtig; winzig; geringfügig; eng; gering; karg; dürftig; hinfällig; schäbig; hager; ärmlich; armselig-
empfindlich bijvoeglijk naamwoord
-
knapp bijvoeglijk naamwoord
-
schmächtig bijvoeglijk naamwoord
-
winzig bijvoeglijk naamwoord
-
geringfügig bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
gering bijvoeglijk naamwoord
-
karg bijvoeglijk naamwoord
-
dürftig bijvoeglijk naamwoord
-
hinfällig bijvoeglijk naamwoord
-
schäbig bijvoeglijk naamwoord
-
hager bijvoeglijk naamwoord
-
ärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
armselig bijvoeglijk naamwoord
-
-
miserable (wretched)
-
miserable (shabby; in gutter)
-
miserable (ragged; unsightly; shabby; poor; paltry; shady)
armselig; verlottert; elend; schäbig; mittellos; unansehnlich; ärmlich; zerlumpt; armutig; verludert; schlottrig-
armselig bijvoeglijk naamwoord
-
verlottert bijvoeglijk naamwoord
-
elend bijvoeglijk naamwoord
-
schäbig bijvoeglijk naamwoord
-
mittellos bijvoeglijk naamwoord
-
unansehnlich bijvoeglijk naamwoord
-
ärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
zerlumpt bijvoeglijk naamwoord
-
armutig bijvoeglijk naamwoord
-
verludert bijvoeglijk naamwoord
-
schlottrig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor miserable:
Verwante woorden van "miserable":
Synoniemen voor "miserable":
Verwante definities voor "miserable":
Wiktionary: miserable
miserable
Cross Translation:
adjective
miserable
-
very bad (at)
- miserable → miserabel
-
in a state of misery
- miserable → miserabel; erbärmlich; jämmerlich
adjective
-
sehr schlecht, erbärmlich, krank, mies
-
von sehr schlechter Qualität
-
elend, so dass man Mitleid haben muss, jämmerlich
-
jämmerlich, so dass die Missstände augenfällig sind
-
umgangssprachlich abwertend: in empörender, verachtenswürdiger oder ähnlicher Art und Weise böse, minderwertig, niederträchtig, schäbig
-
umgangssprachlich abwertend: in empörender, verachtenswürdiger oder ähnlicher Art und Weise böse, minderwertig, niederträchtig, schäbig
-
so, dass es wenige Reize ausübt; langweilig, öde, karg
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• miserable | → elend | ↔ katijf — ellendig, ongelukkig |
• miserable | → miserabel; elendig | ↔ ellendig — erg onaangenaam |
• miserable | → betrübt; traurig | ↔ droevig — verdriet hebbend |
• miserable | → arm | ↔ arm — weinig bezittend |
• miserable | → unglücklich; arm; erbärmlich | ↔ malheureux — Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. (Sens général) |
• miserable | → verderbtheit; böse; schlecht; übel; schlimm | ↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable. |
• miserable | → elend; erbärmlich; jämmerlich | ↔ misérable — Qui réduire à la misère ; qui inspirer la pitié. |
• miserable | → arm; elend; erbärmlich | ↔ pauvre — Qui est dans la pauvreté. |
• miserable | → leer; unvermögend | ↔ vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de. |
miserable vorm van miser:
-
the miser (haggler; niggard; money-grub; skinflint; short arms deep pockets)
-
the miser (skin-flint)
-
the miser (sourpuss)
Vertaal Matrix voor miser:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Geizhals | haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skin-flint; skinflint | niggard; screw; skinflint |
Geizhälse | miser; skin-flint | niggard; screw; skinflint |
Griesgram | miser; sourpuss | bore; brooder; bugger; chronic grumbler; creep; curmudgeon; difficulty; grief; groaner; grouch; grouser; grumbler; moaner; mope; nag; pain in the ass; pain in the neck; puzzle-head; worrier; worry-guts; yellowbelly |
Knauser | haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skinflint | cheapskate; horse-trader; shady trader; trafficker |
Pfennigfuchser | haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skinflint | cheapskate; horse-trader; shady trader; trafficker |
Schacherer | haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skinflint | cheapskate; haggler; hagglers; horse-trader; pincher; shady trader; trafficker; traffickers |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | cheapskate; skinflint |
Verwante woorden van "miser":
Synoniemen voor "miser":
Verwante definities voor "miser":
Computer vertaling door derden: