Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hag:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Hag:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor hag (Engels) in het Duits

hag:

hag [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hag
    die Schreckschraube

Vertaal Matrix voor hag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schreckschraube hag battle-axe; bitch; tart; virago; witch
- beldam; beldame; crone; hagfish; slime eels; witch

Verwante woorden van "hag":

  • hags

Synoniemen voor "hag":

  • beldam; beldame; witch; crone; old woman
  • hagfish; slime eels; jawless vertebrate; jawless fish; agnathan

Verwante definities voor "hag":

  1. eellike cyclostome having a tongue with horny teeth in a round mouth surrounded by eight tentacles; feeds on dead or trapped fishes by boring into their bodies1
  2. an ugly evil-looking old woman1

Wiktionary: hag

hag
noun
  1. an ugly old woman
  2. a witch, sorceress, or enchantress; also, a wizard
hag
noun
  1. abwertend: alte, liederliche und hässliche Frau; Hexe

Verwante vertalingen van hag



Duits

Uitgebreide vertaling voor hag (Duits) in het Engels

Hag:

Hag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hag (Hecke; Zaun; Liguster; Spalier)
    the hedge; the shrubery; the hedgerow
    • hedge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shrubery [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hedgerow [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hedge Hag; Hecke; Liguster; Spalier; Zaun Busch; Büsche; Dickicht; Gebüsch; Gehölz; Gesträuch; Gestrüpp; Holz; Unterholz
hedgerow Hag; Hecke; Liguster; Spalier; Zaun
shrubery Hag; Hecke; Liguster; Spalier; Zaun

Wiktionary: Hag

Hag
noun
  1. eine Einfriedung aus Gebüsch oder eine Hecke
Hag
noun
  1. barrier