Engels
Uitgebreide vertaling voor ascendant (Engels) in het Duits
ascendant: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- ascend: aufsteigen; hinaufgehen; erheben; heben; anziehen; steigern; abheben; errichten; aufführen; wallen; starten; angehen; aufbrechen; anlaufen; aufziehen; verkehren; ansteigen; hissen; sprudeln; hochziehen; aufwerfen; hochkrempeln; verwirken; einläuten; davontragen; herausquellen; aufwallen; aufwirbeln; heraufkommen; aufrücken; aufstauben; einschnupfen; aufwehen; hinaufkommen; einschnauben; akzelerieren; sichheben; besteigen; ersteigen; erklimmen; erklettern; hinaufsteigen; emporsteigen; befördert werden; steigen; klettern; hinaufklettern; hochsteigen; heraufsteigen
- ant: Ameise
ascendant:
Vertaal Matrix voor ascendant:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ancestor; antecedent; ascendent; root | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ascendent; ascensive; dominating | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ascendent |