Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nausea:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nausea:
    Het woord nausea is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van duits naar engels.


Engels

Uitgebreide vertaling voor nausea (Engels) in het Duits

nausea:

nausea [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the nausea (illness; sickness; rottenness)
    Unwohlsein; die Unpäßlichkeit; die Menstruation; die Periode; die Regel

Vertaal Matrix voor nausea:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Menstruation illness; nausea; rottenness; sickness menses; menstruation; period
Periode illness; nausea; rottenness; sickness age; epoch; era; period; period of time; space; space of time; term; time
Regel illness; nausea; rottenness; sickness basic rule; by-law; decision; defining; determination; discipline; filter; fixing; maxim; ordinance; principle; regulation; regulations; rule; rule of life; rules; statement; submission
Unpäßlichkeit illness; nausea; rottenness; sickness ghastliness; horridness; nastyness; parsimony
Unwohlsein illness; nausea; rottenness; sickness indecorousness; menses; menstruation; period
- sickness

Synoniemen voor "nausea":


Verwante definities voor "nausea":

  1. disgust so strong it makes you feel sick1
  2. the state that precedes vomiting1

Wiktionary: nausea

nausea
noun
  1. sea-sickness
  2. strong dislike or disgust
  3. feeling of physical unwellness, usually with the desire to vomit
nausea
noun
  1. westmitteldeutsch, umgangssprachlich: vorübergehendes, leichtes Unwohlsein; Erkältung
  2. Medizin: eine Befindlichkeitsstörung, die auch als „flaues“ Gefühl in der Magengegend und Brechreiz bezeichnet wird. Sie kann physiologisch als Schutzfunktion nach Aufnahme von Schadstoffen oder als Symptom einer Krankheit auftreten. Manchmal verschwindet die Übelkeit nach Erbrechen.



Duits

Uitgebreide vertaling voor nausea (Duits) in het Engels

Nausea:


Synoniemen voor "Nausea":