Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Zoek: tour

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: tour

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tour:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Tour:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor tour (Engels) in het Duits

tour:

tour [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tour (journey; voyage; expedition; )
    die Reise; die Fahrt; die Tour; die Fußwanderung; die Überfahrt; die Seereise; die Passage
    • Reise [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fahrt [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Tour [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fußwanderung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Überfahrt [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Seereise [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Passage [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the tour (journey; trip; excursion)
    die Rundfahrt; die Rundreise; die Tour; die Route; die Tagestour; die Studienreise; die Rundläufe; die Fahrt; die Reise; die lästige Arbeit; der Ausflug; die Spazierfahrt; die Spritzfahrt; der Schulausflug; der Tagesausflug; die Exkursion; der Lehrausflug; die Gastspielreise
  3. the tour (trip; journey; drive; )
    die Exkursion; der Ausflug; der Schulausflug; die Reise; die Fahrt; der Ritt; die Ausfahrt; die Spazierfahrt; die Erkundung; die Spritzfahrt; die Studienreise; die Tour; der Marsch; der Lehrausflug; der Exkurs; die Expedition; die Erkundungsfahrt
  4. the tour (excursion; trip)
    der Ausflug; die Exkursion; der Tagesausflug; die Tagestour; die Studienreise; der Schulausflug
  5. the tour
    die Tournee; die Tour; die Gastspielreise
  6. the tour
    die Rundfahrt

Vertaal Matrix voor tour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausfahrt drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage course; direction; drive; exit
Ausflug drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage ability; adroitness; agility; art; day out; dexterity; drive; excursion; feat; journey; knack; outing; passage; pleasure-trip; short drive; skill; trick; trip; voyage
Erkundung drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage examination; expedition; exploration; reconnoitering expedition; scouting expedition; search
Erkundungsfahrt drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage drop; examination; expedition; exploration; reconnoitering expedition; scouting expedition; search
Exkurs drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage
Exkursion drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage
Expedition drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage expedition; reconnoitering expedition; scouting expedition; search
Fahrt drive; excursion; expedition; hike; hiking tour; journey; march; outing; tour; trip; voyage canal; channel; course; cycling tour; direction; drive
Fußwanderung expedition; hike; hiking tour; journey; march; tour; voyage hike; hiking tour; walking-tour
Gastspielreise excursion; journey; tour; trip course; direction
Lehrausflug drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage
Marsch drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage advance; march; military walking; mud flats; salt marshes; saltings
Passage expedition; hike; hiking tour; journey; march; tour; voyage aisle; alley; crossing; gangway; passage; sea voyage; transition
Reise drive; excursion; expedition; hike; hiking tour; journey; march; outing; tour; trip; voyage course; direction; travel
Ritt drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage
Route excursion; journey; tour; trip course; direction; route
Rundfahrt excursion; journey; tour; trip circular cruise; course; cruise; direction; roundtrip
Rundläufe excursion; journey; tour; trip course; direction; round
Rundreise excursion; journey; tour; trip course; direction
Schulausflug drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage school trip; school-journey
Seereise expedition; hike; hiking tour; journey; march; tour; voyage crossing; passage; sea voyage; transition
Spazierfahrt drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage course; direction; drive; excursion; feat; journey; passage; ride; trick; trip; voyage
Spritzfahrt drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage drive; excursion; feat; journey; outing; passage; pleasure-trip; trick; trip; voyage
Studienreise drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage study-tour
Tagesausflug excursion; journey; tour; trip
Tagestour excursion; journey; tour; trip
Tour drive; excursion; expedition; hike; hiking tour; journey; march; outing; tour; trip; voyage drive; excursion; feat; journey; little ring; outing; passage; pleasure-trip; round; trick; trip; voyage
Tournee tour
lästige Arbeit excursion; journey; tour; trip
Überfahrt expedition; hike; hiking tour; journey; march; tour; voyage crossing; passage; sea voyage; transition
- circuit; duty tour; enlistment; go; hitch; spell; term of enlistment; tour of duty; turn

Verwante woorden van "tour":


Synoniemen voor "tour":


Verwante definities voor "tour":

  1. a journey or route all the way around a particular place or area1
    • they took an extended tour of Europe1
  2. a time for working (after which you will be relieved by someone else)1
  3. a period of time spent in military service1
  4. make a tour of a certain place1
    • We toured the Provence this summer1

Wiktionary: tour

tour
noun
  1. journey
  2. guided visit
  3. journey through given list of places
tour
noun
  1. Wanderung
  2. Reise, Weg oder Bewegungen, deren Ausgangs- und Zielort in der Regel identisch sind.
Cross Translation:
FromToVia
• tour → Rundgang ↔ rondgang — het afleggen van bezoeken in een kring
• tour → Rundgang ↔ rondgang — het afleggen van een rondgaande weg
• tour → Tour ↔ tour — Circuit touristique (2) :
• tour → Tournee ↔ tournée — Voyage d’une compagnie d’artistes.
• tour → Besuch; besuchen; Visite ↔ visite — Action d’aller voir quelqu’un par civilité ou par devoir. (Sens général).

Verwante vertalingen van tour



Duits

Uitgebreide vertaling voor tour (Duits) in het Engels

Tour:

Tour [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Tour (Fahrt; Reise; Fußwanderung; )
    the journey; the tour; the voyage; the expedition; the march; the hiking tour; the hike
    • journey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tour [the ~] zelfstandig naamwoord
    • voyage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • expedition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • march [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hiking tour [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hike [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Tour (Rundreise; Rundfahrt; Route; )
    the tour; the journey; the trip; the excursion
    • tour [the ~] zelfstandig naamwoord
    • journey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • excursion [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Tour (Tournee; Gastspielreise)
    the tour
    • tour [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Tour (Spritzfahrt; Ausflug; Spazierfahrt)
    the excursion; the trip; the journey; the passage; the drive; the feat; the voyage; the trick
    • excursion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • journey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • passage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • voyage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trick [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Tour (Ausflug; Exkursion; Schulausflug; )
    the trip; the journey; the drive; the excursion; the voyage; the outing; the tour
    • trip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • journey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • excursion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • voyage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • outing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tour [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Tour (Runde; Rundgang)
    the round; the little ring
  7. die Tour (Vergnügungsreise; Ausflug; Spritzfahrt)
    the pleasure-trip; the outing

Vertaal Matrix voor Tour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drive Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Lehrausflug; Marsch; Reise; Ritt; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tour Anregung; Anreiz; Antrieb; Antriebskraft; Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Auffahrt; Ausfahrt; Autofahrt; Diskettenlaufwerk; Einfahrt; Energie; Fahrt; Feurigkeit; Geschlechtstrieb; Hatz; Hektik; Herüberfahren; Hetzjagd; Impuls; Inbrunst; Kesseltreiben; Kraft; Laufwerk; Leidenschaft; Leidenschaftlichkeit; Leistungsfähigkeit; Motor; Rampe; Reiz; Schneidigkeit; Seele; Spannkraft; Spazierfahrt; Spazierritt; Stimulanz; Tatkraft; Treibjagd; Trieb; Triebkraft; Zufahrtsstraße
excursion Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Gastspielreise; Lehrausflug; Marsch; Reise; Ritt; Route; Rundfahrt; Rundläufe; Rundreise; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; lästige Arbeit Ausflug; Exkursion; Schulausflug; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour
expedition Fahrt; Fußwanderung; Passage; Reise; Seereise; Tour; Überfahrt Erkundigung; Erkundung; Erkundungsfahrt; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Erkundungszug; Erkundungszüge; Expedition
feat Ausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Tour Heldentat; Kunststück; Leistung; Tollkühnheit
hike Fahrt; Fußwanderung; Passage; Reise; Seereise; Tour; Überfahrt Bummel; Fußwanderung; Irrfahrt; Spazieren; Spaziergang; Wanderfahrt; Wanderung; kleine Wanderung
hiking tour Fahrt; Fußwanderung; Passage; Reise; Seereise; Tour; Überfahrt Bummel; Fußwanderung; Spazieren; Spaziergang; kleine Wanderung
journey Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Fußwanderung; Gastspielreise; Lehrausflug; Marsch; Passage; Reise; Ritt; Route; Rundfahrt; Rundläufe; Rundreise; Schulausflug; Seereise; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; lästige Arbeit; Überfahrt Strecke; Teilstrecke
little ring Runde; Rundgang; Tour
march Fahrt; Fußwanderung; Passage; Reise; Seereise; Tour; Überfahrt Anmarsch; Aufmarsch; Mark; Marsch; Vormarsch
outing Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Lehrausflug; Marsch; Reise; Ritt; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tour; Vergnügungsreise Bummel; Spazieren; Spaziergang; kleine Wanderung
passage Ausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Tour Durchfahrt; Durchgang; Durchreise; Durchzug; Flur; Fußgängerbrücke; Fußgängerübergang; Fußgängerübergänge; Fußgängerüberweg; Gabelung; Gang; Gasse; Gänge; Korridor; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Mischung; Passage; Passus; Seereise; Stelle; Straßenkreuzung; Überfahrt; Übergangsstelle
pleasure-trip Ausflug; Spritzfahrt; Tour; Vergnügungsreise
round Runde; Rundgang; Tour Partie; Runde; Rundgang; Rundgänge; Rundläufe; Spiel; Spielchen; Strecke; Teilstrecke; Umgang
tour Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Fußwanderung; Gastspielreise; Lehrausflug; Marsch; Passage; Reise; Ritt; Route; Rundfahrt; Rundläufe; Rundreise; Schulausflug; Seereise; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; Tournee; lästige Arbeit; Überfahrt Ausflug; Exkursion; Rundfahrt; Schulausflug; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour
trick Ausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Tour Ausflug; Behendigkeit; Dreistigkeit; Flausen; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; Kunstgriff; Lauer; List; Manöver; Pfiffigkeit; Scherz; Schlauheit; Schäkerei; Spaß; Spaßen; Spitzfindigkeit; Späßchen; Streich; Trick; Ulk; Witzigkeit
trip Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Gastspielreise; Lehrausflug; Marsch; Reise; Ritt; Route; Rundfahrt; Rundläufe; Rundreise; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; lästige Arbeit Ausflug; Exkursion; Schulausflug; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour
voyage Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Fußwanderung; Lehrausflug; Marsch; Passage; Reise; Ritt; Schulausflug; Seereise; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tour; Überfahrt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drive ankurbeln; anregen; antreiben; aufjagen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpeitschen; aufpolieren; aufreizen; auspfählen; einhämmern; einrammen; ermuntern; ermutigen; fahren; fundieren; hetzen; lenken; rammen; reiten; reizen; schlagen; steuern; stimulieren; verbessern; zusprechen
hike herumreisen; reisen; umherreisen
march bewegen; manövrieren
round einkapseln; einkreisen; enthalten; erfassen; runden; umfassen; umschließen; umziehen
trick aufziehen; ausnehmen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; foppen; hintergehen; hinters Licht führen; irreführen; neppen; prellen; verarschen; verladen; übervorteilen
trip ausrutschen; einen Fehltritt begehen; fallen; glitschen; holpern; humpeln; mit Trippelschritten gehen; rutschen; stolpern; straucheln; trippeln; tänzeln
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
round abgerundet; abgeschlossen; aufgebauscht; aufgedunsen; ausgestopft; geschätzt; gespannt; gewölbt; kugelformig; kugelrund; plusminus; prall; ringförmig; rund; um; um herum; ungefähr

Synoniemen voor "Tour":


Wiktionary: Tour

Tour
noun
  1. Reise, Weg oder Bewegungen, deren Ausgangs- und Zielort in der Regel identisch sind.
Tour
noun
  1. trip, a voyage
  2. journey
  3. guided visit
  4. journey through given list of places
Cross Translation:
FromToVia
• Tour → excursion; outing; sightseeing trip ↔ randonnée — Longue promenade, excursion... (Sens général).
• Tour → row; file; line; run; sequence ↔ rangée — Traductions à trier suivant le sens
• Tour → tour ↔ tour — Circuit touristique (2) :







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0933 seconde
Page rendered in 1.0 seconds