Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. splendor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor splendor (Engels) in het Duits

splendor:

splendor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

  1. the splendor (splendour; glory)
    die Ehre; der Ruhm; die Glorie
    • Ehre [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ruhm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Glorie [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the splendor (splendour; glory)
    der Prunk; die Pracht
    • Prunk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Pracht [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. the splendor (sparkle; sparkling; splendour; )
    Funkeln; Glänzen
    • Funkeln [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Glänzen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor splendor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ehre glory; splendor; splendour deference; distinction; fame; honor; honour; name; pride; rank; renown; reputation; respect; respectability; self esteem; self respect; sense of honour; standing
Funkeln glittering; luster; lustre; sparkle; sparkling; splendor; splendour brilliance; flash; flicker; flickering; gleam; glint; glitter; glittering; light signal; radiance; shimmering; shine; sparkle; sparkling; tingling; twinkle; twinkling
Glorie glory; splendor; splendour
Glänzen glittering; luster; lustre; sparkle; sparkling; splendor; splendour brilliance; cleaner; flash; flicker; flickering; gleam; glimmering; glint; glitter; glittering; glow; light signal; polish; radiance; radiate; shine; sparkle; sparkling
Pracht glory; splendor; splendour abundance; affluence; beauty; ceremony; grandeur; grandiosity; haughtiness; impressiveness; luxury; majesty; opulence; pride; procession; richness; rite; wealth
Prunk glory; splendor; splendour abundance; affluence; flightiness; frivolity; frivolousness; luxury; vanity
Ruhm glory; splendor; splendour celebrity; fame; glory; hip; popularity; renown
- brilliance; brilliancy; grandeur; grandness; luster; lustre; magnificence; splendour

Synoniemen voor "splendor":


Verwante definities voor "splendor":

  1. the quality of being magnificent or splendid or grand1
    • it is the university that gives the scene its stately splendor1
  2. a quality that outshines the usual1

Wiktionary: splendor

splendor
noun
  1. optisch überwältigender Zustand; enorme oder üppige Schönheit
  2. übertragen: besonderer, auffälliger Zustand