Booth: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

booth:
- Marktstand; Bude; Marktbude; Verkaufsbude; Ausstellungsstand; Stand
boo:
- buh
- johlen; ausschimpfen; schreien; toben; jubeln; brüllen; jauchzen; herausschreien; lautauf schreien
Wiktionary:
- booth → Bude, Zelle, Stand, Messestand, Bretterbude
- booth → Bude, Kabine, Kajüte, Koje, Baracke, Hütte, Scheune, Bretterbude, Bretterhäuschen, Schuppen, Kiosk, Verkaufshäuschen
- boo → ausbuhen, buhen
- boo → buh
- boo → Buhruf
- boo → buh, äffen, foppen, spotten, verspotten

Engels

Uitgebreide vertaling voor booth (Engels) in het Duits

booth:

booth [the ~] zelfstandig naamwoord

the booth (market stall)
der Marktstand; die Bude; der Marktbude
- Marktstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bude [die ~] zelfstandig naamwoord
- Marktbude [der ~] zelfstandig naamwoord
the booth (market stall; stand; stall)
die Verkaufsbude; der Ausstellungsstand; der Stand; die Bude
- Verkaufsbude [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausstellungsstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bude [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor booth:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausstellungsstand	booth; market stall; stall; stand; tent	stand
Bude	booth; market stall; stall; stand; tent	den; dump; hut; old barrack; old tub; shed; slum; slum dwelling
Marktbude	booth; market stall
Marktstand	booth; market stall
Stand	booth; market stall; stall; stand; tent	aspect; category; class; classification; game population; game stocks; game supply; group; lay-out; location; position; situation; social class; social group; social position; stand; wildlife
Verkaufsbude	booth; market stall; stall; stand; tent
-	cubicle; kiosk; stall

Verwante woorden van "booth":

Synoniemen voor "booth":

table
cubicle; stall; kiosk; closet
Booth; John Wilkes Booth; actor; histrion; player; thespian; role player; assassin; assassinator; bravo
shop; store

Verwante definities voor "booth":

small area set off by walls for special use¹
a small shop at a fair; for selling goods or entertainment¹
a table (in a restaurant or bar) surrounded by two high-backed benches¹

Wiktionary: booth

booth

noun

An enclosure just big enough to accommodate one standing person
- booth → Bude; Zelle
A small stall for the display and sale of goods
- booth → Stand; Messestand

booth

noun

schnell auf- und abbaubare Verkaufsstelle, Verkaufstisch
- Stand → booth; stall
aus Brettern hergestellte Bude
- Bretterbude → booth

Cross Translation:

From	To	Via
• booth	→ Bude	↔ kraam — verplaatsbare tent waarin (op markten) koopwaar of (op kermissen) vermaak wordt aangeboden
• booth	→ Kabine; Kajüte; Koje	↔ cabine — marine\|fr Petite chambre à coucher, à bord d’un bateau ou d'un aéronat.
• booth	→ Baracke; Bude; Hütte; Scheune; Bretterbude; Bretterhäuschen; Schuppen; Kiosk; Verkaufshäuschen	↔ kiosque — urbanisme\|fr siècle\|XVIII Dans l’aménagement des parc et jardin, pavillon pour l’agrément ou la musique, d’inspiration oriental, de structure léger et ouverte et de plan circulaire ou polygonal.
• booth	→ Baracke; Bude; Hütte; Scheune; Bretterbude; Bretterhäuschen; Schuppen; Kiosk; Verkaufshäuschen	↔ échoppe — Petite boutique ordinairement en appentis et adossée contre une muraille.

Booth:

Vertaal Matrix voor Booth:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	John Wilkes Booth

Verwante definities voor "Booth":

United States actor and assassin of President Lincoln (1838-1865)¹

booth vorm van boo:

boo bijvoeglijk naamwoord

boo
buh
- buh bijvoeglijk naamwoord

boo werkwoord

boo (roar; howl)
johlen; ausschimpfen; schreien; toben; jubeln; brüllen; jauchzen; herausschreien; lautauf schreien
- johlen werkwoord (johle, johlst, johlt, johlte, johltet, gejohlt)
- ausschimpfen werkwoord (schimpfe aus, schimpfst aus, schimpft aus, schimpfte aus, schimpftet aus, ausgeschimpft)
- schreien werkwoord (schreie, schreist, schreit, schrie, schriet, geschrien)
- toben werkwoord (tobe, tobst, tobt, tobte, tobtet, getobt)
- jubeln werkwoord (juble, jubelst, jubelt, jubelte, jubeltet, gejubelt)
- brüllen werkwoord (brülle, brüllst, brüllt, brüllte, brülltet, gebrüllt)
- jauchzen werkwoord (jauchze, jauchzt, jauchzte, jauchztet, gejauchzt)
- herausschreien werkwoord (schreie heraus, schreist heraus, schreit heraus, schrie heraus, schriet heraus, herausgeschrieen)
- lautauf schreien werkwoord (schreie lautauf, schreist lautauf, schreit lautauf, schrie lautauf, schriet lautauf, lautauf geschrieen)

Vertaal Matrix voor boo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Bronx cheer; bird; hiss; hoot; raspberry; razz; razzing; snort
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ausschimpfen	boo; howl; roar	abuse; bawl; call names; call someone names; grumble; jeer at; scoff at; taunt
brüllen	boo; howl; roar	bark; bawl; be furious; bellow; boom; cry; cry out; howl; let on; let someone have it; rage; rant; rant & rage; rave; rich; roar; roll in money; rolling in the dough; scream; shout; shout out loud; shriek; squeal; storm; tell tales; thunder; whine; yell
herausschreien	boo; howl; roar	bellow; cry out; exult; gasp; howl; jubilate; roar; scream; screech; shout; shout out loud; shriek; sob; squeal; whine; yell
jauchzen	boo; howl; roar	exult; howl; jubilate; shout; whine; yell
johlen	boo; howl; roar	bellow; cry out; exult; howl; jubilate; roar; scream; shout; shriek; whine; yell
jubeln	boo; howl; roar	acclaim; applaud; cheer; encourage; exult; howl; hurray; jubilate; shout; whine; yell
lautauf schreien	boo; howl; roar	call; exult; howl; jubilate; shout; whine; yell
schreien	boo; howl; roar	bellow; call; cry; cry out; exult; gasp; groan; howl; jubilate; moan; roar; scream; screech; shout; shriek; sob; squawk; weep; whine; yell
toben	boo; howl; roar	bawl; be furious; bellow; cry out; exult; frolic; horse around; howl; jubilate; let oneself go; let someone have it; make noise; play; play roughly; rage; rant; rant & rage; rave; roar; romp; romp around; run around wildly; scream; shout; shriek; storm; talk smut; thunder; use obscene language; whine; yell
-	hiss
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
buh	boo

Verwante woorden van "boo":

booing, booth

Synoniemen voor "boo":

hoot; Bronx cheer; hiss; raspberry; razzing; razz; snort; bird; cry; outcry; call; yell; shout; vociferation
hiss; condemn

Antoniemen van "boo":

applaud

Verwante definities voor "boo":

a cry or noise made to express displeasure or contempt¹
show displeasure, as after a performance or speech¹

Wiktionary: boo

boo

verb

to shout boos at (transitive)
- boo → ausbuhen
to shout boos derisively (intransitive)
- boo → buhen

interjection

exclamation used by a member of an audience
- boo → buh
word used ironically in a situation where one might have scared someone, but said someone was not scared
- boo → buh
loud exclamation intended to scare someone
- boo → buh

noun

derisive shout
- boo → Buhruf

boo

Ausruf zum Ausdruck des Missfallens, der Unzufriedenheit
- buh → boo
Ausruf bei der Absicht, jemanden zu erschrecken
- buh → boo

Cross Translation:

From	To	Via
• boo	→ äffen; foppen; spotten; verspotten	↔ bafouer — traiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux.

Verwante vertalingen van booth

Remove Ads

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: booth

Uitgebreide vertaling voor booth (Engels) in het Duits

booth:

booth [the ~] zelfstandig naamwoord

the booth (market stall)

the booth (market stall; stand; stall)

Vertaal Matrix voor booth:

Verwante woorden van "booth":

Synoniemen voor "booth":

Verwante definities voor "booth":

Wiktionary: booth

Booth:

Vertaal Matrix voor Booth:

Verwante definities voor "Booth":

booth vorm van boo:

boo bijvoeglijk naamwoord

boo

boo werkwoord

boo (roar; howl)

Vertaal Matrix voor boo:

Verwante woorden van "boo":

Synoniemen voor "boo":

Antoniemen van "boo":

Verwante definities voor "boo":

Wiktionary: boo

Verwante vertalingen van booth