Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
German-speaking:
-
Wiktionary:
German-speaking → deutschsprachig -
Synoniemen voor "german-speaking":
German-speaking; communicative; communicatory
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor German-speaking (Engels) in het Duits
German-speaking: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- German: Deutsch; Deutscher; deutsch
- german: deutsch
- speak: reden; sagen; sprechen; plaudern; quatschen; kommunizieren; faseln; konversieren; eine Aussage machen; miteinander sprechen; erzählen; berichten; äußern; bemerken; klatschen; ausdrücken; schwatzen; tratschen; petzen; schwätzen; quasseln; plappern; weitererzählen; deklamieren; babbeln; herumerzählen; mitteilen; in Worte fassen; sich aus drücken; besprechen; erörtern; bereden; durchnehmen; über etwas sprechen; anrufen; ansprechen; anreden
Spelling Suggesties voor: German-speaking
- Searching for suggestions...
german-speaking:
Synoniemen voor "german-speaking":
German-speaking:
Verwante definities voor "German-speaking":
Wiktionary: German-speaking
German-speaking
adjective
-
Deutsch als Muttersprache sprechend
-
Deutsch als Amtssprache habend
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van German-speaking
Duits
Suggesties voor German-speaking in het Duits
Spelling Suggesties voor: German-speaking
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: