Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
hart:
-
Wiktionary:
hart → Hirsch -
Synoniemen voor "hart":
Hart; Moss Hart; dramatist; playwright
Lorenz Hart; Lorenz Milton Hart; lyricist; lyrist
stag; red deer; Cervus elaphus
-
Wiktionary:
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
hart:
- aloud; out loud; fierce; intense; severe; strong; violent; abrasive; stone-hard; hard as steel; hard; iron-hard; hard as iron; as hard as a nails; hard as stone; ruthless; brutal; inhuman; pityless; closely; just; narrowly; close; embittered; exasperated; cruel; inhumane; abominable; heinous; barbaric; gruesome; inexorable; massive; robust; burly; heavily built; sturdy; deafening; loud; uncontrolled; unbearable; intolerable
-
Wiktionary:
- hart → cruel, harsh, brutal, powerful, severe, hard, cold, pitiless, unmoved, unyielding, bitter
- hart → tough
- hart → acerbic, vinegary, acrid, acrimonious, acidulous, astringent, sour, bitter, tart, sharp, acute, shrill, nasty, racy, lurid, keen, poignant, waspish, strident, hard, difficult, inconvenient, tough, arduous, firm, solid, unflinching, stiff, fine, subtle, delicate, light, thin, crude, incisive, biting, piercing, sharp-toned, trenchant, spicy, pointed, penetrating, rustic, rough, unrefined, uncouth, hardy, salient, noteworthy, remarkable, notable, harsh
Engels
Uitgebreide vertaling voor hart (Engels) in het Duits
hart:
Vertaal Matrix voor hart:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | stag |
Synoniemen voor "hart":
Verwante definities voor "hart":
Wiktionary: hart
hart
noun
-
Zoologie: meist in Wäldern lebende geweihtragende, wiederkäuende Tierfamilie der Paarhufer
Hart:
Vertaal Matrix voor Hart:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | Lorenz Hart; Lorenz Milton Hart; Moss Hart |
Verwante definities voor "Hart":
Duits
Uitgebreide vertaling voor hart (Duits) in het Engels
hart:
-
hart (laut; schnell; fest; schwierig; streng; lauthals; steif; herb; kaltblütig; sauer; lautstark; lärmend; schrill; unsanft; tosend; gefühllos; hörbar; geräuschvoll)
-
hart (gewaltsam; heftig; stark; hitzig; feurig; schlimm; kräftig; erregt; gereizt; intensiv; inbrünstig)
-
hart (eisenhart; stahlhart; steinhart; eisenstark)
abrasive; stone-hard; hard as steel; hard; iron-hard; hard as iron; as hard as a nails; hard as stone-
abrasive bijvoeglijk naamwoord
-
stone-hard bijvoeglijk naamwoord
-
hard as steel bijvoeglijk naamwoord
-
hard bijvoeglijk naamwoord
-
iron-hard bijvoeglijk naamwoord
-
hard as iron bijvoeglijk naamwoord
-
as hard as a nails bijvoeglijk naamwoord
-
hard as stone bijvoeglijk naamwoord
-
-
hart (anzüglich; heftig; gefühllos; grausam; grell; eckig; feurig; unmenschlich; barbarisch; grob; bissig; kantig; bestialisch; beißend; kaltblütig; geharnischt)
-
hart (haarscharf)
-
hart (bitter entäuscht; verbittert; hell; wütend; wüst; roh; tüchtig; wild; öde; grell; heftig; bissig; rüde; rasend; grimmig; stürmisch; höllisch; schneidig; klirrend; tobend; schnippisch; haarig; gellend; beißend; geharnischt)
embittered; fierce; exasperated-
embittered bijvoeglijk naamwoord
-
fierce bijvoeglijk naamwoord
-
exasperated bijvoeglijk naamwoord
-
-
hart (unmenschlich; furchtbar; roh; grausam; herzlos; scharf; grob; wild; brutal; fürchterlich; entsetzlich; bestialisch; barbarisch; schauervoll; schrecklich; gewaltig; scheußlich; gräßlich; schaurig; grausig; abscheulich; grauenerregend; abscheuerregend)
-
hart (unerbittlich; gnadenlos; rücksichtslos; herrisch; hartherzig; herrschsüchtig; unnachsichtig)
inexorable-
inexorable bijvoeglijk naamwoord
-
-
hart (robust; massiv; schwer; stark; kräftig; stabil; stramm; forsch; stämmig; klotzig)
massive; robust; burly; heavily built; sturdy-
massive bijvoeglijk naamwoord
-
robust bijvoeglijk naamwoord
-
burly bijvoeglijk naamwoord
-
heavily built bijvoeglijk naamwoord
-
sturdy bijvoeglijk naamwoord
-
-
hart (ohrenbetäubend; laut; schwierig; schrill; unsanft; eisenhart; streng; herb; eisern; gefühllos; hörbar; stahlhart; eisenstark)
-
hart (unbeherrscht; grimmig; hemmungslos; gellend; hell; scharf; grob; leidenschaftlich; grell; heftig; bewegt; stürmisch; hitzig; höllisch; jähzornig; temperamentvoll; klirrend; ungestüm; auffahrend)
uncontrolled-
uncontrolled bijvoeglijk naamwoord
-
-
hart (grimmig; bitter; heftig)
Vertaal Matrix voor hart:
Synoniemen voor "hart":
Wiktionary: hart
hart
Cross Translation:
adjective
hart
-
übertragen: schwierig, schlimm oder unangenehm
-
mit großer Kraft
-
nicht von Mitleid, Mitgefühl oder Barmherzigkeit geleitet - derart, dass es an Grausamkeit grenzt.
-
von Süßwasser: einen hohen Kalkgehalt aufweisend
- hart → hard
-
nur mit großem Kraftaufwand verformbar
- hart → unyielding; hard
adjective
-
severe or cruel
-
of water, high in dissolved calcium compounds
-
severe
-
requiring a lot of effort to do or understand
-
resistant to pressure
-
harsh, piercing or stinging
-
-
- tough → zäh; hart; widerstandsfähig; robust
Cross Translation: