Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- emptiness:
-
empty:
- leer; ledig; unbesetzt; frei; offen; ohne Inhalt; hohl; inhaltslos; nichtssagend; unausgefüllt; blanko; geistlos; vergänglich; zeitlich
- leeren; entleeren; ausräumen; herausnehmen; ausleeren; ausheben; ausstoßen; ausscheiden; austrinken; leer trinken; plündern; ausnehmen; auspressen; ausmisten; leermachen; ausschütten; ausgießen; räumen; abräumen; aus dem Weg räumen; Wasser ableiten; einleiten; Wasser abführen
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor emptiness (Engels) in het Duits
emptiness:
Vertaal Matrix voor emptiness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Leere | blank; emptiness; void | blank; gap; hiatus; lacuna; void |
Leerheit | blank; emptiness; void | |
Öde | blank; emptiness; void | desolate surroundings; disconsolate surroundings |
- | vacancy; vacuum; vanity; void | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | insubstantiality; vanity |
Verwante woorden van "emptiness":
Synoniemen voor "emptiness":
Antoniemen van "emptiness":
Verwante definities voor "emptiness":
empty:
-
empty
-
empty
-
empty (idle; unused)
-
empty (meaningless; hollow; idle)
hohl; leer; inhaltslos; nichtssagend-
hohl bijvoeglijk naamwoord
-
leer bijvoeglijk naamwoord
-
inhaltslos bijvoeglijk naamwoord
-
nichtssagend bijvoeglijk naamwoord
-
-
empty (blank)
inhaltslos; unausgefüllt; blanko; leer; geistlos; hohl-
inhaltslos bijvoeglijk naamwoord
-
unausgefüllt bijvoeglijk naamwoord
-
blanko bijvoeglijk naamwoord
-
leer bijvoeglijk naamwoord
-
geistlos bijvoeglijk naamwoord
-
hohl bijvoeglijk naamwoord
-
-
empty (perishing; evanescent; transient; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; casual; current; null; short; informal; cursory)
-
to empty (make empty; remove what is inside; clear)
leeren; entleeren; ausräumen; herausnehmen; ausleeren; ausheben-
herausnehmen werkwoord (nehme heraus, nimmst heraus, nimmt heraus, nahm heraus, nahmt heraus, herausgenommen)
-
to empty (drain; discharge; expel; disgorge; remove)
ausstoßen; ausscheiden-
ausscheiden werkwoord (scheide aus, scheidest aus, scheidet aus, scheidete aus, scheidetet aus, asugescheidet)
-
to empty (drink up; drink; finish)
-
to empty (strip bare; ransack; gut)
-
to empty (clean out; clean up; tidy up; clear out; tidy out; clear; finish)
-
to empty (clear out; take out; remove; drain; clean out; clear; finish)
ausnehmen; herausnehmen; ausräumen; leermachen-
herausnehmen werkwoord (nehme heraus, nimmst heraus, nimmt heraus, nahm heraus, nahmt heraus, herausgenommen)
-
leermachen werkwoord
-
to empty (pour out)
ausschütten; entleeren; ausgießen; ausleeren-
ausschütten werkwoord (schütte aus, schüttest aus, schüttet aus, schüttete aus, schüttetet aus, ausgeschüttet)
-
-
to empty (evacuate; clear)
-
to empty (take out; clear out; pull out; lift out)
herausnehmen-
herausnehmen werkwoord (nehme heraus, nimmst heraus, nimmt heraus, nahm heraus, nahmt heraus, herausgenommen)
-
-
to empty (void water; drain; flow out)
Conjugations for empty:
present
- empty
- empty
- empties
- empty
- empty
- empty
simple past
- emptied
- emptied
- emptied
- emptied
- emptied
- emptied
present perfect
- have emptied
- have emptied
- has emptied
- have emptied
- have emptied
- have emptied
past continuous
- was emptying
- were emptying
- was emptying
- were emptying
- were emptying
- were emptying
future
- shall empty
- will empty
- will empty
- shall empty
- will empty
- will empty
continuous present
- am emptying
- are emptying
- is emptying
- are emptying
- are emptying
- are emptying
subjunctive
- be emptied
- be emptied
- be emptied
- be emptied
- be emptied
- be emptied
diverse
- empty!
- let's empty!
- emptied
- emptying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor empty:
Verwante woorden van "empty":
Synoniemen voor "empty":
Antoniemen van "empty":
Verwante definities voor "empty":
Wiktionary: empty
empty
empty
Cross Translation:
verb
-
(transitiv) leer machen durch Verbrauch des Inhalts oder um diesen zu verwenden
-
(reflexiv) sich leeren: leer werden
-
(transitiv) (vollständig) leer machen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• empty | → leer laufen | ↔ leeglopen — geleidelijk zijn inhoud verliezen |
• empty | → leer | ↔ leeg — zonder inhoud |
• empty | → entleeren; leeren | ↔ ledigen — de inhoud volledig verwijderen |
• empty | → leer; unvermögend | ↔ vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de. |
• empty | → Leere | ↔ vide — espace vide. |
Computer vertaling door derden: