Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Zoek: wink

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: wink

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wink:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Wink:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor wink (Engels) in het Duits

wink:

wink [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wink (blink)
    der Augenwink
  2. the wink
    Blinzeln; der verstohlene Wink
  3. the wink
    – An animated greeting a customer can send to a contact. 1
    Animoticon

to wink werkwoord (winks, winked, winking)

  1. to wink
    zwinkern; blinzeln; augenblinzeln
    • zwinkern werkwoord (zwinkere, zwinkerst, zwinkert, zwinkerte, zwinkertet, gezwinkert)
    • blinzeln werkwoord (blinzele, blinzelst, blinzelt, blinzelte, blinzeltet, geblinzelt)
    • augenblinzeln werkwoord (augenblinzele, augenblinzelst, augenblinzelt, augenblinzelte, augenblinzeltet, augengeblinzelt)

Conjugations for wink:

present
  1. wink
  2. wink
  3. winks
  4. wink
  5. wink
  6. wink
simple past
  1. winked
  2. winked
  3. winked
  4. winked
  5. winked
  6. winked
present perfect
  1. have winked
  2. have winked
  3. has winked
  4. have winked
  5. have winked
  6. have winked
past continuous
  1. was winking
  2. were winking
  3. was winking
  4. were winking
  5. were winking
  6. were winking
future
  1. shall wink
  2. will wink
  3. will wink
  4. shall wink
  5. will wink
  6. will wink
continuous present
  1. am winking
  2. are winking
  3. is winking
  4. are winking
  5. are winking
  6. are winking
subjunctive
  1. be winked
  2. be winked
  3. be winked
  4. be winked
  5. be winked
  6. be winked
diverse
  1. wink!
  2. let's wink!
  5. winked
  6. winking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor wink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Augenwink blink; wink blinking eyes
Blinzeln wink
verstohlene Wink wink
- blink; blinking; eye blink; nictation; nictitation; winking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
augenblinzeln wink
blinzeln wink
zwinkern wink blink
- blink; blink away; flash; nictate; nictitate; twinkle; winkle
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Animoticon wink

Verwante woorden van "wink":


Synoniemen voor "wink":


Verwante definities voor "wink":

  1. a reflex that closes and opens the eyes rapidly2
  2. closing one eye quickly as a signal2
  3. briefly shut the eyes2
  4. signal by winking2
    • She winked at him2
  5. force to go away by blinking2
  6. gleam or glow intermittently2
  7. An animated greeting a customer can send to a contact.1

Wiktionary: wink

wink
verb
  1. To blink with only one eye as a message, signal, or suggestion
wink
verb
  1. ein Auge bewusst für einen kleinen Moment schließen, meist um jemand anderem ein geheimes Zeichen zu geben
Cross Translation:
FromToVia
• wink → blinzeln; zwinkern ↔ cligner — fermer les yeux à demi pour diminuer l’impression d’une lumière trop vif, pour considérer des objets très petits ou éloigner.
• wink → Augenzwinkern ↔ clin d’œil — Mouvement de la paupière



Duits

Uitgebreide vertaling voor wink (Duits) in het Engels

Wink:

Wink [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wink (Tip; Hinweis; Anspielung; )
    the tip; the hint; the pointer; the lead; the tip-off; the cue; the clue
    • tip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hint [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pointer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lead [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tip-off [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clue [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Wink (Anknüpfungspunkt; Anhaltspunkt; Hinweis; Indiz)
    the starting point; the indication; the lead; the pointer; the suggestion
  3. der Wink (Hinweis; Spur; Verweisung; )
    the clue; the lead; the tip; the hint
    • clue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lead [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hint [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Wink (Signal; Zeichen; Fingerzeig)
    the sign; the signal
    • sign [the ~] zelfstandig naamwoord
    • signal [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Wink (Geste; Gebärde; Zeichen; Signal)
    the gesture
    • gesture [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Wink (Hinweis; Anspielung; Fingerzeig; Tip)
    the reference; the innuendo; the allusion; the hint
    • reference [the ~] zelfstandig naamwoord
    • innuendo [the ~] zelfstandig naamwoord
    • allusion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hint [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allusion Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Tip; Wink Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung
clue Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Verweisung; Wink
cue Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Wink Anweisung; Auftrag; Befehl; Billardstock; Erlaß; Instruktion; Kommando; Queue; Stapel; Weisung; Zwangsbefehl
gesture Gebärde; Geste; Signal; Wink; Zeichen Geste; Handbewegung
hint Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Verweisung; Wink Anflug; Anspielung; Anstrich; Beschuldigung; Hinweis; Schimmer; Spur; Unterstellung; klein Bischen
indication Anhaltspunkt; Anknüpfungspunkt; Hinweis; Indiz; Wink Angabe; Hinweis; Indikation
innuendo Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Tip; Wink Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung
lead Anhaltspunkt; Anknüpfungspunkt; Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Verweisung; Wink Anführung; Blei; Führung; Füllung; Kabel; Kundenlead; Lead; Leitung; Lot; Senklot; Spitze; Vertriebslead; Vorausgehen; Vorgehen; Vorsprung; elektrische Leitung; potenzieller Kunde
pointer Anhaltspunkt; Anknüpfungspunkt; Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Wink Zeiger
reference Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Tip; Wink Empfehlung; Empfehlungen; Empfehlungsbrief; Empfehlungsschreiben; Referenz; Verweisung
sign Fingerzeig; Signal; Wink; Zeichen Anschlagtafel; Anzeichen; Erscheinung; Hinweis; Indikation; Phänomen; Pinnwand; Signal; Symptom; Zeichen
signal Fingerzeig; Signal; Wink; Zeichen Signal; Tonsignal; Zeichen
starting point Anhaltspunkt; Anknüpfungspunkt; Hinweis; Indiz; Wink Ausgangspunkt; Basis; Fundament; Fundierung; Fußboden; Grund; Grundgedanke; Grundlage; Grundlinie; Grundschicht; Start; Startpunkt; Unterbau; Unterlage
suggestion Anhaltspunkt; Anknüpfungspunkt; Hinweis; Indiz; Wink Beraten; Eindruck; Eindrücke; Rat; Raten; Ratschlag; Vorschlag machen
tip Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Verweisung; Wink Ablauf; Bedienungsgeld; Berggipfel; Ende; Gipfel; Gipfelpunkt; Höchsterreichbare; Spitze; Tipp; Trinkgeld; Zentrumspitze
tip-off Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Wink
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hint durchscheinen; durchschimmern
lead anführen; dirigieren; führen; kanalisieren; leiten; lenken; loten; sondieren; visieren; zum Guten wenden
sign abzeichnen; paraphieren; signieren; unterschreiben; unterzeichnen; zeichnen
signal Signale geben; aufklären; aufmerksam machen; beglaubigen; bemerken; benachrichtigen; bescheinigen; bestaetigen; feststellen; hinweisen; informieren; merken; senden; signalisieren; spüren; telegrafieren; wahrnehmen
tip kippen

Synoniemen voor "Wink":


Wiktionary: Wink

Wink
noun
  1. sideways movement of the hand
Cross Translation:
FromToVia
• Wink → witness; character; mark; sign; proof; token; evidence; certificate; testimony; certification; reference; deposition ↔ témoignage — action de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.

Verwante vertalingen van wink







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0464 seconde
Page rendered in 1.0 seconds