Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. quiz:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Quiz:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor quiz (Engels) in het Duits

quiz:

quiz [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the quiz
    Quiz
    • Quiz [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor quiz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Quiz quiz
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- test

Verwante woorden van "quiz":

  • quizzes

Synoniemen voor "quiz":


Verwante definities voor "quiz":

  1. an examination consisting of a few short questions1
  2. examine someone's knowledge of something1
    • We got quizzed on French irregular verbs1

Wiktionary: quiz

quiz
noun
  1. competition in the answering of questions
verb
  1. interrogate
quiz
  1. (intransitiv) (umgangssprachlich) ein Quiz spielen
noun
  1. Frage-und-Antwort-Spiel, bei der die Antworten meist innerhalb einer vorgeschriebenen Zeit gegeben werden müssen
  2. schülersprachlich, regional: eine Stegreifaufgabe

Cross Translation:
FromToVia
quiz Quiz quiz — een spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden
quiz befragen; verhören; vernehmen interrogerquestionner quelqu’un sur une chose ou des choses précises qu’il doit connaître ou qu’il est présumer connaître et à propos desquelles il est obliger de répondre.



Duits

Uitgebreide vertaling voor quiz (Duits) in het Engels

Quiz:

Quiz [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Quiz
    the quiz
    • quiz [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Quiz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quiz Quiz

Synoniemen voor "Quiz":

  • Denkspiel; Puzzle; Ratespiel

Wiktionary: Quiz

Quiz
noun
  1. Frage-und-Antwort-Spiel, bei der die Antworten meist innerhalb einer vorgeschriebenen Zeit gegeben werden müssen
Quiz
noun
  1. competition in the answering of questions

Cross Translation:
FromToVia
Quiz quiz quiz — een spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden