Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bum:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Bum:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bum (Engels) in het Duits

bum:

bum [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the bum (bottom; buttocks; ass; )
    der Arsch; Gesäß; der Hintern
    • Arsch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesäß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hintern [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arsch arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump anus; arse; backside; hole; rump; tailpiece
Gesäß arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump
Hintern arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump anus; arse; backside; hole; rump; tailpiece
- arse; backside; do-nothing; hobo; idler; layabout; loafer; tramp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cadge; grub; mooch; sponge
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cheap; cheesy; chintzy; crummy; punk; sleazy; tinny

Verwante woorden van "bum":

  • bums

Synoniemen voor "bum":


Verwante definities voor "bum":

  1. of very poor quality; flimsy1
  2. person who does no work1
    • a lazy bum1
  3. a disreputable vagrant1
    • he tried to help the really down-and-out bums1
  4. ask for and get free; be a parasite1

Wiktionary: bum

bum
noun
  1. hobo
bum
noun
  1. altertümlich: Gesäß; ein nur bei Menschen und ansatzweise bei Affen ausgeprägtes Körperteil am unteren Rumpfende
  2. abwertend: für Obdachlose
  3. umgangssprachlich, vulgär: für Hinterteil, Po, Gesäß

Cross Translation:
FromToVia
bum Arsch cul — Le derrière, les fesses d’un humain
bum Klepper tocard — Cheval de course sans chance de victoire



Duits

Uitgebreide vertaling voor bum (Duits) in het Engels

Bum:

Bum bijvoeglijk naamwoord

  1. Bum
    bang

Vertaal Matrix voor Bum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang Ausbruch; Ausladung; Bums; Explosion; Fall; Hau; Klaps; Knall; Krach; Plumps; Pony; Ponyfransen; Schuß; Stoß; plötzlliche Enladung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang ballern; bumsen; donnern; dreschen; einen Klaps geben; hart schlagen; hauen; hämmern; hämmern mit ein Hammer; knallen; krachen; rammen; schlagen; schmettern; verkloppen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang Bum