Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- slow:
-
Wiktionary:
- slowly → langsam, mählich
- slowly → langsam
- slowly → allmählich, nach und nach, sukzessive
- slow → langsam, dumm
- slow → abbremsen, langsam
- slow → verlangsamen
Engels
Uitgebreide vertaling voor slowly (Engels) in het Duits
slowly:
Vertaal Matrix voor slowly:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | easy; lento; slow; tardily | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | leisurely |
Verwante woorden van "slowly":
Synoniemen voor "slowly":
Antoniemen van "slowly":
Verwante definities voor "slowly":
Wiktionary: slowly
slowly
Cross Translation:
adverb
slowly
-
At a slow pace
- slowly → langsam
adverb
adjective
-
allmählich, in kleinen Schritten voranschreitend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• slowly | → allmählich; nach und nach; sukzessive | ↔ de proche en proche — En avancer, en gagnant peu à peu, en particulier à la manière des dominos. |
slow:
-
slow (dawdling; dilatory; lingering; dragging; hesitating; wavering)
langsam; träge; trödelig; schleppend; unschlüssig; zauderhaft; zögernd; unentschlossen-
langsam bijvoeglijk naamwoord
-
träge bijvoeglijk naamwoord
-
trödelig bijvoeglijk naamwoord
-
schleppend bijvoeglijk naamwoord
-
unschlüssig bijvoeglijk naamwoord
-
zauderhaft bijvoeglijk naamwoord
-
zögernd bijvoeglijk naamwoord
-
unentschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
-
slow (listless; sluggish; languid; tardy; lazy)
langsam; träge; schwerfällig-
langsam bijvoeglijk naamwoord
-
träge bijvoeglijk naamwoord
-
schwerfällig bijvoeglijk naamwoord
-
-
slow (lazy; slack; workshy; idle)
arbeitsscheu-
arbeitsscheu bijvoeglijk naamwoord
-
-
slow (languid; sluggish; indolent; lazy; dawdling; inert; limp; tardy; passive; dragging; drooping; listless; lingering; shuffling; inactive; slow of understanding)
faul; müde; langsam; schwerfällig; schwül; träge; schlapp; nachlässig; flau; teilnahmslos; arbeitsscheu; trödelig; lässig; matt; schleppend; lustlos; freudlos; denkfaul-
faul bijvoeglijk naamwoord
-
müde bijvoeglijk naamwoord
-
langsam bijvoeglijk naamwoord
-
schwerfällig bijvoeglijk naamwoord
-
schwül bijvoeglijk naamwoord
-
träge bijvoeglijk naamwoord
-
schlapp bijvoeglijk naamwoord
-
nachlässig bijvoeglijk naamwoord
-
flau bijvoeglijk naamwoord
-
teilnahmslos bijvoeglijk naamwoord
-
arbeitsscheu bijvoeglijk naamwoord
-
trödelig bijvoeglijk naamwoord
-
lässig bijvoeglijk naamwoord
-
matt bijvoeglijk naamwoord
-
schleppend bijvoeglijk naamwoord
-
lustlos bijvoeglijk naamwoord
-
freudlos bijvoeglijk naamwoord
-
denkfaul bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor slow:
Verwante woorden van "slow":
Synoniemen voor "slow":
Antoniemen van "slow":
Verwante definities voor "slow":
Wiktionary: slow
slow
slow
Cross Translation:
adjective
-
eine niedrige Geschwindigkeit aufweisend, lange Zeit benötigend
-
(intransitiv) eine Bewegung beenden oder die Geschwindigkeit herabsetzen
-
(transitiv) dafür sorgen, dass etwas die Geschwindigkeit verringert, dass es mit geringerer Geschwindigkeit vor sich geht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• slow | → langsam | ↔ langzaam — met weinig snelheid |
• slow | → langsam | ↔ lent — Qui n’est pas rapide dans ses mouvements, dans ses actions, qui n’agir pas avec promptitude. |