Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
firm:
- Betrieb; Firma; Unternehmen; Geschäftsbetrieb; Handelsunternehmen; Holdinggesellschaft; Holding; Gesellschaftsfirma; Genossenschaft; Geschäftshaus; Handelshaus
- fest; dauerhaft; beständig; standhaft; sicher; beharrlich; eisern; unerschütterlich; zuverlässig; solide; gediegen; robust; kräftig; tauglich; stabil; handfest; entschlossen; entschieden; tatkräftig; energisch; entschlußfähig; fest beschlossen
-
Wiktionary:
- firm → Firma
- firm → fest, knackig, dezidiert, straff
- firm → decidido, resolut, beherzt, Firma, zuverlässig, solide, robust, definitiv, endgültig, entscheidend, abschliessend, unwiderruflich, Unternehmen, hart, fest, bestimmt, standhaft, entschieden, Gesellschaft, befestigt, haltbar, wiederstandsfähig, Festkörper, gesetzt
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
firm:
Het woord firm is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van duits naar engels.-
Synoniemen voor "firm":
erfahren; routiniert; sachkundig; sattelfest; versiert
-
Synoniemen voor "firm":
Engels
Uitgebreide vertaling voor firm (Engels) in het Duits
firm:
-
the firm (company; business; enterprise; industry; concern; shop)
der Betrieb; die Firma; Unternehmen; der Geschäftsbetrieb; Handelsunternehmen; die Holdinggesellschaft; die Holding -
the firm (trading partnership; corporation; company; venture; cooperation; partnership; enterprise; business; house; concern)
– the members of a business organization that owns or operates one or more establishments 1 -
the firm (business firm; trading house; trading firm; commercial firm)
-
firm (staunch)
-
firm (standing-on; stiff; staunch)
beständig; standhaft; dauerhaft; sicher; beharrlich; eisern; unerschütterlich-
beständig bijvoeglijk naamwoord
-
standhaft bijvoeglijk naamwoord
-
dauerhaft bijvoeglijk naamwoord
-
sicher bijvoeglijk naamwoord
-
beharrlich bijvoeglijk naamwoord
-
eisern bijvoeglijk naamwoord
-
unerschütterlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
firm (solid; substantial; stable; stout)
zuverlässig; fest; solide; gediegen; robust; dauerhaft; kräftig; tauglich; stabil; handfest-
zuverlässig bijvoeglijk naamwoord
-
fest bijvoeglijk naamwoord
-
solide bijvoeglijk naamwoord
-
gediegen bijvoeglijk naamwoord
-
robust bijvoeglijk naamwoord
-
dauerhaft bijvoeglijk naamwoord
-
kräftig bijvoeglijk naamwoord
-
tauglich bijvoeglijk naamwoord
-
stabil bijvoeglijk naamwoord
-
handfest bijvoeglijk naamwoord
-
-
firm (resolute; brisk; courageous; bold)
-
firm (resolute; decisive; unshakable)
entschlossen; tatkräftig; energisch; entschlußfähig-
entschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
tatkräftig bijvoeglijk naamwoord
-
energisch bijvoeglijk naamwoord
-
entschlußfähig bijvoeglijk naamwoord
-
-
firm (unflinching; determined; resolute)
fest beschlossen; entschlossen; entschieden; sicher-
fest beschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
entschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
entschieden bijvoeglijk naamwoord
-
sicher bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor firm:
Verwante woorden van "firm":
Synoniemen voor "firm":
Verwante definities voor "firm":
Wiktionary: firm
firm
firm
Cross Translation:
adjective
-
von Körperteilen (übertragen): straff, jung aussehend
-
übertragen: sicher, gebunden, stabil, auf solider Grundlage
-
übertragen: unveränderbar, unverrückbar, unabänderbar
-
von Entscheidungen, Anweisungen, Meinungen, Forderungen: auf eindeutige und bestimmte Weise
-
nicht durchhängend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• firm | → decidido; resolut; beherzt | ↔ kordaat — vastbesloten, vastberaden |
• firm | → Firma | ↔ firma — een zaak of bedrijf |
• firm | → Firma | ↔ firma — een handelsvennootschap waarbij de vennoten hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk zijn |
• firm | → zuverlässig; solide; robust | ↔ degelijk — goed tegen een stootje kunnend |
• firm | → definitiv; endgültig; entscheidend; abschliessend; unwiderruflich | ↔ définitif — Qui régler, fixer de manière qu’on n’y devoir plus revenir. |
• firm | → Unternehmen; Firma | ↔ entreprise — Unité économique autonome. |
• firm | → hart; fest | ↔ ferme — Qui a de la consistance, de la dureté. |
• firm | → bestimmt; standhaft; entschieden; fest | ↔ ferme — Défendre son sentiment, être immuable dans sa résolution. |
• firm | → Firma; Unternehmen; Gesellschaft | ↔ firme — Grosse entreprise commerciale, qui possède des filiales ou des succursales. |
• firm | → fest; befestigt; haltbar; wiederstandsfähig | ↔ robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant. |
• firm | → Festkörper; gesetzt; solide | ↔ solide — physique|fr Qui a de la consistance. |
Verwante vertalingen van firm
Duits