Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. everyday:
  2. every day:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor everyday (Engels) in het Duits

everyday:

everyday bijvoeglijk naamwoord

  1. everyday (daily)
    täglich

Vertaal Matrix voor everyday:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- casual; daily; mundane; quotidian; routine; unremarkable; workaday
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
täglich daily; everyday daily

Synoniemen voor "everyday":


Verwante definities voor "everyday":

  1. commonplace and ordinary1
    • the familiar everyday world1
  2. appropriate for ordinary or routine occasions1
    • everyday clothes1
  3. found in the ordinary course of events1
    • a placid everyday scene1

Wiktionary: everyday

everyday
adjective
  1. commonplace, ordinary

Cross Translation:
FromToVia
everyday ordinär ordinairgewoon, alledaags, normaal
everyday alltäglich alledaags — gewoon, normaal, niet ongewoon
everyday abgedroschen; alltägich; banal; fade; fad banal — (figuré) Qui se met à la disposition de tout le monde.
everyday täglich; alltäglich quotidien — De chaque jour. (Sens général).

every day:

every day [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the every day (day to day)
    Alltag
    • Alltag [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor every day:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Alltag day to day; every day
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- daily

Synoniemen voor "every day":


Verwante vertalingen van everyday