Engels
Uitgebreide vertaling voor car driver (Engels) in het Duits
car driver: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Car: KFZ
- car: Auto; Fahrzeug; Wagen; Personenwagen; Gefährt; Fuhrwerk; Zugmaschine; Vehikel; Karren; Karre; Rollwagen; Wägelchen
- drive: Motor; Antriebskraft; Triebkraft; Autofahrt; reizen; anregen; verbessern; ankurbeln; ermutigen; ermuntern; zusprechen; aufmuntern; stimulieren; aufpolieren; aufmöbeln; fahren; Ausflug; Reise; Fahrt; steuern; lenken; Tour; Ausfahrt; Marsch; Erkundung; Schulausflug; Expedition; Exkursion; Ritt; Exkurs; Erkundungsfahrt; Studienreise; Spritzfahrt; Lehrausflug; Rampe; Einfahrt; Auffahrt; Zufahrtsstraße; Seele; Leistungsfähigkeit; Hektik; Arbeitskraft; Tatkraft; Inbrunst; Spannkraft; Feurigkeit; Arbeitsfähigkeit; Schneidigkeit; Arbeitslust; schlagen; rammen; fundieren; einrammen; einhämmern; auspfählen; Kraft; Energie; Leidenschaft; Antrieb; Trieb; Leidenschaftlichkeit; Geschlechtstrieb; Anregung; Reiz; hetzen; Anreiz; Impuls; aufreizen; aufpeitschen; Stimulanz; aufjagen; antreiben; reiten; Hatz; Hetzjagd; Treibjagd; Kesseltreiben; Herüberfahren; Laufwerk; Spazierfahrt; Spazierritt; Diskettenlaufwerk
- driver: Fahrer; Chauffeur; Führer; Reiter; Lenker; Frachtführer; Fuhrmann; Wagenführer; Treiber; Gerätetreiber