Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- warranted:
- warrant:
-
Wiktionary:
- warranted → berechtigt, gewährleistet, echt, garantiert, unter Garantie
- warrant → garantieren
- warrant → Gutschein, Befehl
- warrant → Kaution, Pfand, berechtigen, bevollmächtigen, ermächtigen, bürgen, Gewähr leisten, haften, verbürgen, Akt, Akte, Aufzug, Schriftstück, Dokument, Urkunde, Beweisstück, Unterlage, Papier, Auftrag, Mandat
Engels
Uitgebreide vertaling voor warranted (Engels) in het Duits
warranted:
-
warranted (legitimate; justified; well-founded; reasoned)
gültig; geltend; wohlbegründet; begründet; rechtskräftig; gesetzmäßig; rechtsgültig sein; berechtigt; stichhaltig; gerecht; gesetzlich; zustehend; rechtmäßig-
gültig bijvoeglijk naamwoord
-
geltend bijvoeglijk naamwoord
-
wohlbegründet bijvoeglijk naamwoord
-
begründet bijvoeglijk naamwoord
-
rechtskräftig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
rechtsgültig sein bijvoeglijk naamwoord
-
berechtigt bijvoeglijk naamwoord
-
stichhaltig bijvoeglijk naamwoord
-
gerecht bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
zustehend bijvoeglijk naamwoord
-
rechtmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
-
warranted (lawful; justified; legitimate; rightful)
rechtmäßig; gesetzmäßig; gesetzlich-
rechtmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
warranted (justified; legitimate)
rechtmäßig-
rechtmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor warranted:
Verwante woorden van "warranted":
Synoniemen voor "warranted":
Wiktionary: warranted
warranted
adjective
-
authorized with a warrant
- warranted → berechtigt; gewährleistet; echt; garantiert; unter Garantie
warranted vorm van warrant:
-
to warrant (guarantee; vouch for; underwrite)
sicherstellen; garantieren; gewährleisten-
sicherstellen werkwoord
-
gewährleisten werkwoord (gewährleiste, gewährleistest, gewährleistet, gewährleistete, gewährleistetet, gewährleistet)
-
-
to warrant (guarantee; vouch; underwrite)
gewährleisten; sicherstellen; garantieren; zusichern-
gewährleisten werkwoord (gewährleiste, gewährleistest, gewährleistet, gewährleistete, gewährleistetet, gewährleistet)
-
sicherstellen werkwoord
-
Conjugations for warrant:
present
- warrant
- warrant
- warrants
- warrant
- warrant
- warrant
simple past
- warranted
- warranted
- warranted
- warranted
- warranted
- warranted
present perfect
- have warranted
- have warranted
- has warranted
- have warranted
- have warranted
- have warranted
past continuous
- was warranting
- were warranting
- was warranting
- were warranting
- were warranting
- were warranting
future
- shall warrant
- will warrant
- will warrant
- shall warrant
- will warrant
- will warrant
continuous present
- am warranting
- are warranting
- is warranting
- are warranting
- are warranting
- are warranting
subjunctive
- be warranted
- be warranted
- be warranted
- be warranted
- be warranted
- be warranted
diverse
- warrant!
- let's warrant!
- warranted
- warranting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the warrant (guarantee; security; seal; imprint; stamp)
-
the warrant (mandate; authority)
die Ermächtigung; die Prokura; die Vollmacht; die Autorisation; Mandat; die Bevollmächtigung; die Zahlungsanweisung -
the warrant (summons; notification; subpoena)
Vertaal Matrix voor warrant:
Verwante woorden van "warrant":
Synoniemen voor "warrant":
Verwante definities voor "warrant":
Wiktionary: warrant
warrant
Cross Translation:
verb
warrant
-
to guarantee
- warrant → garantieren
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• warrant | → Kaution; Pfand | ↔ waarborg — een geldbedrag of iets anders dat tijdelijk gegeven wordt als onderpand voor het geval men een verplichting niet na kan komen |
• warrant | → berechtigen; bevollmächtigen; ermächtigen | ↔ autoriser — (vieilli) revêtir d’une autorité. |
• warrant | → bürgen; Gewähr leisten; haften; verbürgen | ↔ cautionner — Se rendre caution pour quelqu’un. |
• warrant | → Akt; Akte; Aufzug; Schriftstück; Dokument; Urkunde; Beweisstück; Unterlage; Papier | ↔ document — écrit qui sert de preuve ou de renseignement. |
• warrant | → Auftrag; Mandat | ↔ mandat — Traductions à trier suivant le sens |