Engels
Uitgebreide vertaling voor coachman (Engels) in het Duits
coachman: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- coach: Bus; Omnibus; Autobus; Trainer; Übungsleiter; Kutsche; Karosse; dazulernen; Reisebus; Tourenwagen; Sporwagen
- man: Mann; Bruder; Bursche; Kerl; Geselle; Kerlchen; Freund; Kumpel; Partner; Weib; Gefährte; Gatte; Teilhaber; Gemahl; männliche Person; Person; Mensch; Wesen; Figur; Einzelwesen; Menschenkind; bemannen; Typ; Herr; Gestalt; Hecht; Diener; Knecht; Bediente; Hausdiener; Kammerdiener; Stallknecht
Spelling Suggesties voor: coachman
coachman:
Synoniemen voor "coachman":
Verwante definities voor "coachman":
Computer vertaling door derden: