Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- authorize:
-
Wiktionary:
- authorize → befugen, ermächtigen, autorisieren, berechtigen
- authorize → approbieren, billigen, genehmigen, gutheißen, autorisieren, zustimmen, berechtigen, bevollmächtigen, ermächtigen, laden, beauftragen, betrauen
Engels
Uitgebreide vertaling voor authorize (Engels) in het Duits
authorize:
-
to authorize (give one's fiat to; validate; confirm; allow; permit; admit; sanction; authorise)
-
to authorize (allow; concede; grant; permit; submit to; admit; tolerate; authorise; give one's fiat to)
lassen; erlauben; zulassen; gewähren; gestatten; bekräftigen; entgegenkommen; austeilen; gutheißen; genehmigen; bewilligen; gestehen; nachgeben; einräumen; einwilligen; eingestehen-
entgegenkommen werkwoord
-
einwilligen werkwoord (willige ein, willigst ein, willigt ein, willigte ein, willigtet ein, eingewilligt)
-
eingestehen werkwoord (gestehe ein, gestehst ein, egesteht ein, gestand ein, gestandet ein, eingestanden)
-
to authorize (authorise)
bevollmächtigen; ermächtigen-
bevollmächtigen werkwoord (bevollmächtige, bevollmächtigst, bevollmächtigt, bevollmächtigte, bevollmächtigtet, bevollmächtigt)
-
-
to authorize (authorise)
gestatten; autorisieren; genehmigen-
autorisieren werkwoord (autorisiere, autorisierst, autorisiert, autorisierte, autorisiertet, autorisiert)
-
to authorize (permit; grant; authorise)
gewähren; erlauben; bewilligen; zugestehen; gestatten; zuerkennen; genehmigen-
zugestehen werkwoord (gestehee zu, gestehest zu, gestehet zu, gestehete zu, gestehetet zu, zugesteht)
-
to authorize (allow; permit; authorise; tolerate)
gestatten; zugestehen; erlauben; genehmigen; bewilligen-
zugestehen werkwoord (gestehee zu, gestehest zu, gestehet zu, gestehete zu, gestehetet zu, zugesteht)
-
to authorize
– To grant a person, computer process, or device access to certain information, services or functionality. 1autorisieren-
autorisieren werkwoord (autorisiere, autorisierst, autorisiert, autorisierte, autorisiertet, autorisiert)
-
Conjugations for authorize:
present
- authorize
- authorize
- authorizes
- authorize
- authorize
- authorize
simple past
- authorized
- authorized
- authorized
- authorized
- authorized
- authorized
present perfect
- have authorized
- have authorized
- has authorized
- have authorized
- have authorized
- have authorized
past continuous
- was authorizing
- were authorizing
- was authorizing
- were authorizing
- were authorizing
- were authorizing
future
- shall authorize
- will authorize
- will authorize
- shall authorize
- will authorize
- will authorize
continuous present
- am authorizing
- are authorizing
- is authorizing
- are authorizing
- are authorizing
- are authorizing
subjunctive
- be authorized
- be authorized
- be authorized
- be authorized
- be authorized
- be authorized
diverse
- authorize!
- let's authorize!
- authorized
- authorizing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor authorize:
Verwante woorden van "authorize":
Synoniemen voor "authorize":
Verwante definities voor "authorize":
Wiktionary: authorize
authorize
Cross Translation:
verb
authorize
-
to give someone permission; to sanction or consent
- authorize → befugen; ermächtigen; autorisieren
-
to grant someone the power or authority to do something specific
- authorize → berechtigen; autorisieren
verb
-
jemanden berechtigen, bevollmächtigen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• authorize | → approbieren; billigen; genehmigen; gutheißen; autorisieren; zustimmen | ↔ approuver — tenir pour acceptable. |
• authorize | → berechtigen; bevollmächtigen; ermächtigen | ↔ autoriser — (vieilli) revêtir d’une autorité. |
• authorize | → laden; beauftragen; betrauen | ↔ charger — garnir d’une charge. |
Computer vertaling door derden: