Soreness: vertaling Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor soreness (Engels) in het Duits

soreness:

Vertaal Matrix voor soreness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	discomfort; irritation; rawness; tenderness

Synoniemen voor "soreness":

tenderness; rawness; pain; hurting
discomfort; irritation; suffering; hurt

Verwante definities voor "soreness":

an uncomfortable feeling of mental painfulness or distress¹
a pain that is felt (as when the area is touched)¹

Wiktionary: soreness

soreness

noun

being sore
- soreness → Schmerz; Wundsein

Cross Translation:

From	To	Via
• soreness	→ Schmerz; Leid; Weh	↔ douleur — impression de souffrance, état pénible produire par un mal physique.

sore:

sore bijvoeglijk naamwoord

sore (inflamed; angry)
enzündet; wutentbrannt
- enzündet bijvoeglijk naamwoord
- wutentbrannt bijvoeglijk naamwoord
sore (irritated; bad-tempered; pissed off; piqued; nettled)
irritiert; verärgert; gereizt; angebrannt; erregt; reizbar; giftig
- irritiert bijvoeglijk naamwoord
- verärgert bijvoeglijk naamwoord
- gereizt bijvoeglijk naamwoord
- angebrannt bijvoeglijk naamwoord
- erregt bijvoeglijk naamwoord
- reizbar bijvoeglijk naamwoord
- giftig bijvoeglijk naamwoord
sore (piqued; nettled)
verärgert; pikiert; verstimmt
- verärgert bijvoeglijk naamwoord
- pikiert bijvoeglijk naamwoord
- verstimmt bijvoeglijk naamwoord

sore [the ~] zelfstandig naamwoord

the sore (festering wound)
Geschwür
- Geschwür [das ~] zelfstandig naamwoord
the sore (aching; pain)
Übel
- Übel [das ~] zelfstandig naamwoord
the sore (ulcer)
Abschwören; der Findling
- Abschwören [das ~] zelfstandig naamwoord
- Findling [der ~] zelfstandig naamwoord
the sore (festering wound; boil)
die eiternde Wunde
- eiternde Wunde [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sore:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abschwören	sore; ulcer	abjuring; renouncing
Findling	sore; ulcer	boulder; erratic block; foundling
Geschwür	festering wound; sore	cyst
eiternde Wunde	boil; festering wound; sore
Übel	aching; pain; sore	ailment; complaint; defect; disarray; disorder; fault; flaw; illness; imperfection; inconvenience; infirmity; nuisance
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	afflictive; huffy; mad; painful; raw; sensitive; tender
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	ulceration
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angebrannt	bad-tempered; irritated; nettled; piqued; pissed off; sore
enzündet	angry; inflamed; sore
erregt	bad-tempered; irritated; nettled; piqued; pissed off; sore	agile; agitated; aroused; disgruntled; excited; exciting; fierce; fiery; fluttered; heated; horny; hot; hot-blooded; hot-headed; hot-tempered; intense; lascivious; passionate; put out; randy; severe; strong; violent
gereizt	bad-tempered; irritated; nettled; piqued; pissed off; sore	excited; exciting; fierce; fucked up; heated; horny; hot; intense; lascivious; randy; severe; strained; stressed; strong; tense; uptight; violent; worked up; wrought up
giftig	bad-tempered; irritated; nettled; piqued; pissed off; sore	angry; detrimental; disadvantuous; enraged; hateful; invidious; irate; livid; malicious; pissed off; poisoned; poisonous; seething; snide; spiteful; toxic; unfavorable; unfavourable; unprofitable; venominous; venomous; very angry; vicious; virulent; vitriolic
irritiert	bad-tempered; irritated; nettled; piqued; pissed off; sore	edgy; irritated; vexed
pikiert	nettled; piqued; sore
reizbar	bad-tempered; irritated; nettled; piqued; pissed off; sore	abrupt; irritable; sensitive; snappy; snarling; touchy
verstimmt	nettled; piqued; sore	angry; annoyed; discontented; disgruntled; displeased; displeased with; dissatisfied; enraged; indignant; irate; livid; put out; seething; upset; vexed
verärgert	bad-tempered; irritated; nettled; piqued; pissed off; sore	angry; annoyed; discontented; disgruntled; displeased; dissatisfied; enraged; indignant; irate; livid; put out; upset; vexed
wutentbrannt	angry; inflamed; sore

Verwante woorden van "sore":

soreness, sores, sorer, sorest, sorely

Synoniemen voor "sore":

Verwante definities voor "sore":

roused to anger¹
- sore over a remark¹
hurting¹
causing misery or pain or distress¹
- it was a sore trial to him¹
an open skin infection¹

Wiktionary: sore

sore

adjective

causing pain
- sore → wund; weh; schlimm; entzündet

sore

adjective

an der Haut aufgeschürft
- wund → raw; sore
gehoben, poetisch: psychisch angegriffen, verletzt
- wund → sore

Cross Translation:

From	To	Via
• sore	→ Geschwür	↔ ulcère — médecine\|fr ulcération persistante, chronique. Plaie ancienne et ne tendant pas à cicatrisation. particulier Une telle plaie à l'estomac.

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: soreness

Uitgebreide vertaling voor soreness (Engels) in het Duits

soreness:

Vertaal Matrix voor soreness:

Synoniemen voor "soreness":

Verwante definities voor "soreness":

Wiktionary: soreness

sore:

sore bijvoeglijk naamwoord

sore (inflamed; angry)

sore (irritated; bad-tempered; pissed off; piqued; nettled)

sore (piqued; nettled)

sore [the ~] zelfstandig naamwoord

the sore (festering wound)

the sore (aching; pain)

the sore (ulcer)

the sore (festering wound; boil)

Vertaal Matrix voor sore:

Verwante woorden van "sore":

Synoniemen voor "sore":

Verwante definities voor "sore":

Wiktionary: sore