Patient: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

patient:
- geduldig; fügsam; langmütig; passiv; gelassen; sich fügend
- Patient; Kranke; Leidende
Wiktionary:
- patient → geduldig
- patient → Patient, Insasse
- patient → Patient, geduldig

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Patient:
- patient; sick person
Wiktionary:
- Patient → patient
- Patient → patient

Engels

Uitgebreide vertaling voor patient (Engels) in het Duits

patient:

patient bijvoeglijk naamwoord

patient (waiting patiently; calm)
geduldig; fügsam; langmütig; passiv; gelassen; sich fügend
- geduldig bijvoeglijk naamwoord
- fügsam bijvoeglijk naamwoord
- langmütig bijvoeglijk naamwoord
- passiv bijvoeglijk naamwoord
- gelassen bijvoeglijk naamwoord
- sich fügend bijvoeglijk naamwoord
patient (long-enduring; submissive)
langmütig; geduldig; gelassen
- langmütig bijvoeglijk naamwoord
- geduldig bijvoeglijk naamwoord
- gelassen bijvoeglijk naamwoord

patient [the ~] zelfstandig naamwoord

the patient (sick person)
der Patient; der Kranke
- Patient [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kranke [der ~] zelfstandig naamwoord
the patient (sick person; sufferer)
der Leidende
- Leidende [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor patient:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kranke	patient; sick person
Leidende	patient; sick person; sufferer
Patient	patient; sick person
-	affected role; patient role
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	forbearing; invalid; long-suffering; sick person
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fügsam	calm; patient; waiting patiently	accommodating; amenable; complaisant; compliant; cooperative; docile; flexible; humble; kneadable; malleable; meek; mouldable; obedient; obliging; plastic; pliable; pliant; ready; servient; simple to operate; slavishly; submissive; supple; tolerant; tractable; willing; workable; yielding
geduldig	calm; long-enduring; patient; submissive; waiting patiently	impassive; stoic; stoical; submissive
gelassen	calm; long-enduring; patient; submissive; waiting patiently	calm; carefree; careless; collected; composed; cool; dry-eyed; easy; equally; equanimous; evenly; fresh; impassive; in control; light-spirited; lighthearted; meek; placid; stable; steady; stoic; stoical; submissive; unaffected; unbroached; unconcerned; unimpaired; unmoved; unopened; unspoiled; untouched; unused; unweakened; virgin
langmütig	calm; long-enduring; patient; submissive; waiting patiently
passiv	calm; patient; waiting patiently	calm; passive; resigned
sich fügend	calm; patient; waiting patiently	calm; resigned

Verwante woorden van "patient":

inpatient, patients, patientest

Synoniemen voor "patient":

diligent; persevering; enduring; long-suffering; forbearing; longanimous; tolerant; patient of; unhurried; uncomplaining
uncomplaining
case; sick person; diseased person; sufferer
affected role; patient role; semantic role; participant role

Antoniemen van "patient":

impatient

Verwante definities voor "patient":

enduring trying circumstances with even temper or characterized by such endurance¹
- a patient smile¹
- was patient with the children¹
- an exact and patient scientist¹
- please be patient¹
the semantic role of an entity that is not the agent but is directly involved in or affected by the happening denoted by the verb in the clause¹
a person who requires medical care¹
- the number of emergency patients has grown rapidly¹

Wiktionary: patient

patient

adjective

not losing one's temper while waiting
- patient → geduldig

noun

someone who receives treatment from a doctor
- patient → Patient

patient

adjective

Geduld habend
- geduldig → patient

noun

eine kranke Person, die medizinisch behandelt oder betreut wird
- Patient → patient
Passagier in einem Fahrzeug
- Insasse → resident; inmate; patient; passenger

Cross Translation:

From	To	Via
• patient	→ Patient	↔ patiënt — iemand die medische hulp krijgt
• patient	→ geduldig	↔ geduldig — bereid te wachten en tegenslagen te verdragen
• patient	→ geduldig	↔ patient — qui attend et qui persévère avec tranquillité

Verwante vertalingen van patient

Duits

Uitgebreide vertaling voor patient (Duits) in het Engels

Patient:

Patient [der ~] zelfstandig naamwoord

der Patient (Kranke)
the patient; the sick person
- patient [the ~] zelfstandig naamwoord
- sick person [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Patient:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
patient	Kranke; Patient	Leidende
sick person	Kranke; Patient	Leidende
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
patient		fügsam; geduldig; gelassen; langmütig; passiv; sich fügend

Synoniemen voor "Patient":

Klient; Kranker; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Patient

Patient

noun

eine kranke Person, die medizinisch behandelt oder betreut wird
- Patient → patient

Patient

noun

someone who receives treatment from a doctor
- patient → Patient

Cross Translation:

From	To	Via
• Patient	→ patient	↔ patiënt — iemand die medische hulp krijgt

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: patient

Uitgebreide vertaling voor patient (Engels) in het Duits

patient:

patient bijvoeglijk naamwoord

patient (waiting patiently; calm)

patient (long-enduring; submissive)

patient [the ~] zelfstandig naamwoord

the patient (sick person)

the patient (sick person; sufferer)

Vertaal Matrix voor patient:

Verwante woorden van "patient":

Synoniemen voor "patient":

Antoniemen van "patient":

Verwante definities voor "patient":

Wiktionary: patient

Verwante vertalingen van patient

Uitgebreide vertaling voor patient (Duits) in het Engels

Patient:

Patient [der ~] zelfstandig naamwoord

der Patient (Kranke)

Vertaal Matrix voor Patient:

Synoniemen voor "Patient":

Wiktionary: Patient