Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
kind:
- Naturbezüge; Sorte; Typ; Art; Gattung
- freundlich; nett; hilfsbereit; behilflich; herzlich; entgegenkommend; attent; süß; erfreulich; liebenswürdig; gefällig; sympathisch; sanftmütig; angenehm; gutartig; kameradschaftlich; umgänglich; bereitwillig; leutselig; gutherzig; gönnerhaft; dienstbereit; spaßhaft; freundschaftlich; dienstfertig; herzgewinnend; freundliche; in natura; mild; wohlwollend; sanft; großzügig; gutmütig; freigebig; wohltuend; weitherzig; zugänglich; kollegial; jovial
-
Wiktionary:
- kind → mild, lieb, liebenswürdig, nett, aufmerksam, freundlich, gütig
- kind → Art, Sorte, Spezies, Schlag, Geschlecht, Gattung
- kind → Gattung, liebvoll, gefällig, gütig, nett, freundlich, Abart, Art, Schlag, Sorte, liebenswürdig, entgegenkommend, umgänglich, leutselig, gutmütig, Spezies, Geschlecht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor kind (Engels) in het Duits
kind:
-
kind (good-natured; benevolent; mild)
– having or showing a tender and considerate and helpful nature; used especially of persons and their behavior 1freundlich; nett; hilfsbereit; behilflich; herzlich; entgegenkommend; attent; süß; erfreulich; liebenswürdig; gefällig; sympathisch; sanftmütig; angenehm; gutartig; kameradschaftlich; umgänglich; bereitwillig; leutselig; gutherzig; gönnerhaft; dienstbereit; spaßhaft; freundschaftlich; dienstfertig; herzgewinnend-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
nett bijvoeglijk naamwoord
-
hilfsbereit bijvoeglijk naamwoord
-
behilflich bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
attent bijvoeglijk naamwoord
-
süß bijvoeglijk naamwoord
-
erfreulich bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
gefällig bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
sanftmütig bijvoeglijk naamwoord
-
angenehm bijvoeglijk naamwoord
-
gutartig bijvoeglijk naamwoord
-
kameradschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
umgänglich bijvoeglijk naamwoord
-
bereitwillig bijvoeglijk naamwoord
-
leutselig bijvoeglijk naamwoord
-
gutherzig bijvoeglijk naamwoord
-
gönnerhaft bijvoeglijk naamwoord
-
dienstbereit bijvoeglijk naamwoord
-
spaßhaft bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
dienstfertig bijvoeglijk naamwoord
-
herzgewinnend bijvoeglijk naamwoord
-
-
kind (friendly; kindly; obliging)
freundliche-
freundliche bijvoeglijk naamwoord
-
-
kind (in kind)
-
kind (kind-hearted; mild; benevolent; good-natured)
mild; gutartig; wohlwollend; sanftmütig; sanft; gutherzig; großzügig; gutmütig; freigebig; wohltuend; weitherzig-
mild bijvoeglijk naamwoord
-
gutartig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
sanftmütig bijvoeglijk naamwoord
-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
gutherzig bijvoeglijk naamwoord
-
großzügig bijvoeglijk naamwoord
-
gutmütig bijvoeglijk naamwoord
-
freigebig bijvoeglijk naamwoord
-
wohltuend bijvoeglijk naamwoord
-
weitherzig bijvoeglijk naamwoord
-
-
kind (amicable; amicably; friendly; kindly)
freundlich; freundschaftlich; sympathisch; liebenswürdig; herzlich; zugänglich; wohlwollend; entgegenkommend; kollegial; jovial-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
zugänglich bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
kollegial bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor kind:
Verwante woorden van "kind":
Synoniemen voor "kind":
Antoniemen van "kind":
Verwante definities voor "kind":
Wiktionary: kind
kind
Cross Translation:
adjective
kind
-
mild, gentle
- kind → mild
-
favorable
- kind → lieb; liebenswürdig; nett
-
affectionate, nice
- kind → nett; aufmerksam; liebenswürdig; lieb; freundlich; gütig
adjective
noun
-
allgemein: die besondere Art einer Gattung
-
Art innerhalb einer größeren Gattung, die einheitliche Merkmale aufweist und sich dadurch von anderen Arten der Gattung unterscheidet
-
eine Sorte, eine Rasse
-
antiquiert: Gattung, Art
-
eine Art im generellen Sinn
-
allgemein: eine Gruppe aus einer Gesamtheit, die sich durch besondere Merkmale auszeichnen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kind | → Gattung | ↔ soort — een groep voorwerpen die een bepaald aantal kenmerken gemeenschappelijk heeft en zich daarin onderscheidt van overeenkomstige groepen |
• kind | → liebvoll; gefällig; gütig; nett; freundlich | ↔ aardig — aangenaam in omgang |
• kind | → Abart; Art; Gattung; Schlag; Sorte | ↔ acabit — désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses. |
• kind | → liebenswürdig; freundlich; nett; entgegenkommend; umgänglich; leutselig | ↔ aimable — Qui mériter d’aimer. |
• kind | → gutmütig | ↔ débonnaire — bon, gentil, bienveillant. |
• kind | → Art; Gattung; Sorte; Spezies; Schlag | ↔ espèce — Taxon, regroupement. |
• kind | → Geschlecht; Gattung; Abart; Art; Schlag; Sorte | ↔ genre — ensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs. |
• kind | → Art; Sorte | ↔ sorte — Espèce, genre |
Verwante vertalingen van kind
Duits
Uitgebreide vertaling voor kind (Duits) in het Engels
Kind:
-
Kind (Ding)
-
Kind (Kleinkind; Knabe; Sprößling; Dreikäsehoch; Knirps; Kleine; Gör; Dingelchen; Wicht; Ding; Kerlchen)
the toddler; the infant; the nipper; the kiddy; the tyke; the tot; the small child; the little kid; the tiny tot; the small one; the baby; the little child; the kid; the tike -
Kind (Kleines Kind; Ding)
-
Kind (Kindchen)
-
Kind
-
Kind
Vertaal Matrix voor Kind:
Synoniemen voor "Kind":
Wiktionary: Kind
Kind
Cross Translation:
noun
Kind
-
vertrauliche Anrede
- Kind → child
-
Mensch, mit Bezug auf seine familiäre Zugehörigkeit (Beziehung der Abkommenschaft)
-
heranwachsender Mensch, kein Baby mehr, aber noch kein Jugendlicher
- Kind → child
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Kind | → child; infant; kid; youngster; bairn | ↔ enfant — Jeune humain |