Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. jittery:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor jittery (Engels) in het Duits

jittery:

jittery bijvoeglijk naamwoord

  1. jittery (jumpy; skittish; timid; nervous; nervy)
    ängstlich
  2. jittery (shaky; shivery; shaking; quavery)
    zittrig; fiebrig

jittery [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jittery (nervousness; highly strung)
    die Aufregung; die Unruhe
    • Aufregung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Unruhe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jittery:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufregung highly strung; jittery; nervousness ado; agitation; commotion; disorder; disturbance; fuss; interference; sensation; shake up; song and dance; to-do; trouble; turbulence; turmoil; unrest; upheaval
Unruhe highly strung; jittery; nervousness agitation; arousal; commotion; trouble; turbulence; turmoil; unrest
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- edgy; high-strung; highly strung; jumpy; nervy; overstrung; restive; uptight
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- nerve-wracking; shaky
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiebrig jittery; quavery; shaking; shaky; shivery
zittrig jittery; quavery; shaking; shaky; shivery
ängstlich jittery; jumpy; nervous; nervy; skittish; timid afraid; afraid for; afraid of; alarmed; anxious; bewildered; conscientious; dazed; dismayed; fear; fearing; frightened; meticulous; perplexed; scared; scrupulous; shocked; upset

Verwante woorden van "jittery":

  • jitterier, jitteriest

Synoniemen voor "jittery":


Verwante definities voor "jittery":

  1. being in a tense state1
  2. characterized by jerky movements1
    • a jittery ride1

Wiktionary: jittery

jittery
adjective
  1. (krankhaft) reizbar, erregbar, gereizt, unruhig, zerfahren