Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Zoek: lecturer

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: lecturer

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lecture:
  2. lecturer:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor lecturer (Engels) in het Duits

lecture:

lecture [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lecture (paper; project)
    die Abhandlung; der Vortrag; die Arbeit
    • Abhandlung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Vortrag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Arbeit [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the lecture (class)
    Kollegium; der Kolleg
    • Kollegium [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kolleg [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. the lecture
    die Predigt
    • Predigt [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. the lecture
    die Vorlesung in der Universität
  5. the lecture
    die Vorlesung
  6. the lecture (essay; paper)
    die Abfassung; der Artikel; der Essay
    • Abfassung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Artikel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Essay [der ~] zelfstandig naamwoord
  7. the lecture (speaking engagements)
    die Vorträge; der Vortrag
  8. the lecture (sermon)
    die Epistel
    • Epistel [die ~] zelfstandig naamwoord

lecture werkwoord

  1. lecture (give a lecture)
    eine Lesung halten; einen Vortraag halten

Vertaal Matrix voor lecture:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abfassung essay; lecture; paper list; schedule; table
Abhandlung lecture; paper; project
Arbeit lecture; paper; project action; activity; barms; bustle; chore; diligence; duties; employment; feat of strength; fermentation; hobby; industry; job; labor; labour; labour of Hercules; occupation; pastime; profession; task; wagework; work; working; workpiece; yeasts; zeal
Artikel essay; lecture; paper article; articles; fragment; gadget; good; goods; item; little bit; matter; merchandise; object; particle; piece; produce; section; section of the law; stuff; thing; ware; wares
Epistel lecture; sermon Epistle; epistle; missive
Essay essay; lecture; paper
Kolleg class; lecture
Kollegium class; lecture college
Predigt lecture sermon
Vorlesung lecture account; commentary; reading; reading lesson; reading matter; report
Vorlesung in der Universität lecture
Vortrag lecture; paper; project; speaking engagements account; commentary; declamation; deliver a lecture; delivery; foreword; introduction; introductory remarks; preamble; preface; prologue; report; turn to read
Vorträge lecture; speaking engagements
- lecturing; public lecture; speech; talk; talking to
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eine Lesung halten give a lecture; lecture
einen Vortraag halten give a lecture; lecture
- bawl out; berate; call down; call on the carpet; chide; dress down; jaw; rag; rebuke; reprimand; reproof; scold; take to task; talk; trounce
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Artikel article; item; post

Verwante woorden van "lecture":

  • lecturing, lectures

Synoniemen voor "lecture":


Verwante definities voor "lecture":

  1. teaching by giving a discourse on some subject (typically to a class)1
  2. a lengthy rebuke1
    • a good lecture was my father's idea of discipline1
  3. a speech that is open to the public1
    • he attended a lecture on telecommunications1
  4. censure severely or angrily1
  5. deliver a lecture or talk1
    • Did you ever lecture at Harvard?1

Wiktionary: lecture

lecture
noun
  1. a spoken lesson
lecture
  1. (transitiv): einen Lehrvortrag (Vorlesung) an der Universität halten
noun
  1. Lehrveranstaltung oder Unterrichtsstunde an einer Hochschule, bei der ein Dozent über ein bestimmtes Thema spricht
  2. -
Cross Translation:
FromToVia
• lecture → Referat; Vortrag ↔ spreekbeurt — een voordracht voor een publiek over een bepaald onderwerp
• lecture → Konferenz ↔ conferentie — grote vergadering met verschillende groepen, landen, staten, mogendheden enz
• lecture → Vorlesung ↔ college — de tijd waarin een docent een bepaald onderwerp uitlegt aan studenten
• lecture → schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen ↔ sermonner — (familier, fr) Faire des remontrances ennuyeux et hors de propos.

lecturer:

lecturer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lecturer (speaker; orator)
    der Sprecher; der Lektor; der Redner
    • Sprecher [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Lektor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Redner [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lecturer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Lektor lecturer; orator; speaker
Redner lecturer; orator; speaker Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman
Sprecher lecturer; orator; speaker Speaker; announcers; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; speaker; speakers; spokesman; spokesperson; spokeswoman
- lector; reader

Verwante woorden van "lecturer":

  • lecturers

Synoniemen voor "lecturer":


Verwante definities voor "lecturer":

  1. a public lecturer at certain universities1
  2. someone who lectures professionally1

Wiktionary: lecturer

lecturer
noun
  1. -
  2. member of university or college
  3. person who gives lectures
lecturer
noun
  1. Universität: Dozent, der für die Vermittlung bestimmter Fertigkeiten zuständig ist

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van lecturer







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1432 seconde
Page rendered in 1.0 seconds