Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- convenient:
-
Wiktionary:
- conveniently → passenderweise, praktischerweise, bequem, bequemerweise, füglich
- convenient → einfach, gelegen, genehm, günstig, passend, praktisch, bequem, konvenient, dienlich, zweckdienlich
- convenient → zweckmäßig, sachgerecht, zweckgerecht, zweckentsprechend, bequem, gelegen, gemächlich, tauglich, tüchtig, angemessen, füglich, geeignet, zeitgemäß, gehörig, gebührend, geziemend, anständig, schicklich, dezent, ordentlich, angebracht, passend, zusagend
Engels
Uitgebreide vertaling voor conveniently (Engels) in het Duits
conveniently:
Vertaal Matrix voor conveniently:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | handily |
Synoniemen voor "conveniently":
Antoniemen van "conveniently":
Verwante definities voor "conveniently":
Wiktionary: conveniently
conveniently
adverb
-
in a convenient manner
- conveniently → passenderweise; praktischerweise; bequem; bequemerweise; füglich
convenient:
Vertaal Matrix voor convenient:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
passend | make fit precisely | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | commodious | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
passend | convenient; opportune | adequate; applicable; apposite; appropriate; apt; becoming; befitting; correct; effective; efficient; exact; fair; fit; fitting; measured; passable; proper; reasonable; relevant; right; suitable; tolerable |
Verwante woorden van "convenient":
Synoniemen voor "convenient":
Antoniemen van "convenient":
Verwante definities voor "convenient":
Wiktionary: convenient
convenient
Cross Translation:
adjective
convenient
adjective
-
mit etwas anderem vereinbar
-
auf angenehme Weise
-
nach Ort, Zeit oder Umständen willkommen, recht, dienlich
-
jemandem oder etwas nützlich sein
-
nützlich für einen bestimmten Zweck
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• convenient | → zweckmäßig; sachgerecht; zweckgerecht; zweckentsprechend | ↔ doelmatig — geschikt voor het doel waarvoor het gemaakt is |
• convenient | → bequem; gelegen; gemächlich | ↔ commode — Pratique |
• convenient | → tauglich; tüchtig; bequem; gelegen; gemächlich; angemessen; füglich; geeignet; zeitgemäß; gehörig; gebührend; geziemend; anständig; schicklich; dezent; ordentlich; angebracht; passend; zusagend | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |
• convenient | → bequem; gelegen; gemächlich | ↔ opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu. |