Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. narrator:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor narrator (Engels) in het Duits

narrator:

narrator [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the narrator (story-teller; relater; raconteur)
    der Erzähler

Vertaal Matrix voor narrator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erzähler narrator; raconteur; relater; story-teller chatterbox; talkative person; talker
- storyteller; teller

Verwante woorden van "narrator":

  • narrators

Synoniemen voor "narrator":


Verwante definities voor "narrator":

  1. someone who tells a story1

Wiktionary: narrator

narrator
noun
  1. in story
narrator
noun
  1. Literaturwissenschaft: abstrakte Instanz in einem epischen Werk, aus deren Sichtweise erzählt wird
  2. Person, die etwas erzählt

Cross Translation:
FromToVia
narrator Erzähler; Erzählerin narrateur — Celui, celle qui narrer, qui raconter quelque chose.