Habitat: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

habitat:
- Wohnplatz; Wohnort; Wohnsitz; Territorium; Kreis; Revier; Wohnmilieu
Wiktionary:
- habitat → Habitat, Lebensraum
- habitat → Habitat

Duits naar Engels: Meer gegevens...

habitat:
- Wiktionary:
  Habitat → habitat
  Habitat → habitat
- Synoniemen voor "Habitat":
  Lebensraum

Engels

Uitgebreide vertaling voor habitat (Engels) in het Duits

habitat:

habitat [the ~] zelfstandig naamwoord

the habitat (place of residence; residence; domicile; address; dwelling place; home)
der Wohnplatz; der Wohnort; der Wohnsitz
- Wohnplatz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Wohnort [der ~] zelfstandig naamwoord
- Wohnsitz [der ~] zelfstandig naamwoord
the habitat (territory)
Territorium; der Kreis; Revier
- Territorium [das ~] zelfstandig naamwoord
- Kreis [der ~] zelfstandig naamwoord
- Revier [das ~] zelfstandig naamwoord
the habitat
Wohnmilieu
- Wohnmilieu

Vertaal Matrix voor habitat:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kreis	habitat; territory	association; circle; circlet; circular shape; club; coronet; coronet of beads; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; ring; society; string of beads; union
Revier	habitat; territory	area; territory
Territorium	habitat; territory	area; territory
Wohnort	address; domicile; dwelling place; habitat; home; place of residence; residence	base; home; house; residence
Wohnplatz	address; domicile; dwelling place; habitat; home; place of residence; residence
Wohnsitz	address; domicile; dwelling place; habitat; home; place of residence; residence	base; domicile; home; house; place of business; residence
-	home ground
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Wohnmilieu	habitat
-	finding-place; locality

Verwante woorden van "habitat":

habitats

Synoniemen voor "habitat":

home ground; environment; environs; surroundings; surround

Verwante definities voor "habitat":

the type of environment in which an organism or group normally lives or occurs¹
- a marine habitat¹

Wiktionary: habitat

habitat

noun

natural conditions in which a plant or animal lives
- habitat → Habitat

habitat

noun

Biologie: der charakteristische Wohnort bzw. Standort einer Tier- oder Pflanzenart
- Lebensraum → habitat
Biologie: charakteristischer Wohn- oder Standort, den eine Pflanzen- oder Tierart besiedelt
- Habitat → habitat

Cross Translation:

From	To	Via
• habitat	→ Habitat	↔ habitat — het natuurlijke leefgebied van een organisme

Computer vertaling door derden:

Duits

Uitgebreide vertaling voor habitat (Duits) in het Engels

Habitat:

Synoniemen voor "Habitat":

Lebensraum

Wiktionary: Habitat

Habitat

noun

Biologie: charakteristischer Wohn- oder Standort, den eine Pflanzen- oder Tierart besiedelt
- Habitat → habitat

Habitat

noun

natural conditions in which a plant or animal lives
- habitat → Habitat

Cross Translation:

From	To	Via
• Habitat	→ habitat	↔ habitat — het natuurlijke leefgebied van een organisme

Computer vertaling door derden:

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: habitat

Uitgebreide vertaling voor habitat (Engels) in het Duits

habitat:

habitat [the ~] zelfstandig naamwoord

the habitat (place of residence; residence; domicile; address; dwelling place; home)

the habitat (territory)

the habitat

Vertaal Matrix voor habitat:

Verwante woorden van "habitat":

Synoniemen voor "habitat":

Verwante definities voor "habitat":

Wiktionary: habitat

Uitgebreide vertaling voor habitat (Duits) in het Engels

Habitat:

Synoniemen voor "Habitat":

Wiktionary: Habitat