Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- toll:
- Wiktionary:
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
toll:
- pleasant; nice; lovely; easy going; good; tremendous; enormous; immense; marvellous; fantastic; terrific; marvelous; outrageous; cool; super; huge; vast; gigantic; out of proportion; very large; magnificent; excellent; splendid; wonderful; superb; motivated; to a huge extent; stupendous; great-looking
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor toll (Engels) in het Duits
toll:
-
to toll (sound)
– ring slowly 1
Conjugations for toll:
present
- toll
- toll
- tolls
- toll
- toll
- toll
simple past
- tolled
- tolled
- tolled
- tolled
- tolled
- tolled
present perfect
- have tolled
- have tolled
- has tolled
- have tolled
- have tolled
- have tolled
past continuous
- was tolling
- were tolling
- was tolling
- were tolling
- were tolling
- were tolling
future
- shall toll
- will toll
- will toll
- shall toll
- will toll
- will toll
continuous present
- am tolling
- are tolling
- is tolling
- are tolling
- are tolling
- are tolling
subjunctive
- be tolled
- be tolled
- be tolled
- be tolled
- be tolled
- be tolled
diverse
- toll!
- let's toll!
- tolled
- tolling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the toll
– a fee levied for the use of roads or bridges (used for maintenance) 1 -
the toll
– a fee levied for the use of roads or bridges (used for maintenance) 1
-
toll
– The toll phone number for the conferencing service. In the Options dialog box, on the Account tab, this is one of the conferencing information settings needed for a user to join a conference. 2
Vertaal Matrix voor toll:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Brückenzoll | toll | toll bridge |
Straßenbenutzungsgebühr | toll | |
Zollgeld | toll | |
- | bell; cost; price | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bimmeln | sound; toll | brush against; bump against; call; ring; tinkle |
glockenläuten | sound; toll | |
klingeln | sound; toll | brush against; bump against; call; clang; clink; jangle; jingle; rattling; ring; ring the doorbell; tinkle; tinkle away |
läuten | sound; toll | brush against; bump against; call; give a sound; ring; ring the doorbell; sound; tinkle |
schellen | sound; toll | brush against; bump against; call; clang; clink; jangle; jingle; rattling; ring; ring the bell; tinkle; tinkle away |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gebührenpflichtige Telefonnummer | toll | |
klingeln | ring | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Verkehrsgebühr | toll | |
- | tolling |
Verwante woorden van "toll":
Synoniemen voor "toll":
Verwante definities voor "toll":
Wiktionary: toll
toll
Cross Translation:
noun
verb
toll
-
to make the noise of a bell
- toll → läuten
noun
-
Abgabe für die Benutzung von Wegen und Brücken
-
die Kosten beziehungsweise der Betrag für die Benutzung einer Autobahn, Straße, Brücke oder eines Tunnel
-
die Gebühr für die Benutzung einer Autobahn, Straße, Brücke oder eines Tunnels
-
in vielen Ländern erhobene Geldsumme für die Benutzung einer Autobahn
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toll | → Zoll | ↔ tol — geld dat men bij een tol geheven wordt |
• toll | → Zoll | ↔ tol — plaats waar men slechts tegen betaling mag passeren |
• toll | → schlagen | ↔ slaan — het voorbrengen van geluid door ergens op te slaan |
• toll | → Steuer; Abgabe; Steuerabgabe | ↔ impôt — charge public, droit imposer sur certaines choses. |
• toll | → Maut; Gebühr | ↔ péage — Redevance pour circuler sur les autoroutes et certains ponts |
• toll | → anläuten; klingeln; anklingeln; hallen; klingen; läuten; schallen; tönen; gellen | ↔ sonner — rendre un son. |
• toll | → Abgabe; Steuer; Steuerabgabe | ↔ taxe — (vieilli) fixation faite officiellement du prix des denrées, des frais de justice, du port des lettres, etc. |
• toll | → geklungen; klimpern; klirren; hallen; klingen; läuten; schallen; tönen | ↔ tinter — faire sonner lentement une cloche, en sorte que le battant ne frapper que d’un côté. |
Verwante vertalingen van toll
Duits
Uitgebreide vertaling voor toll (Duits) in het Engels
toll:
-
toll (angenehm; schön; spaßig; gemütlich; amüsant; fein; gesellig; nett; geschmackvoll; vergnüglich; erfreulich; behaglich; herrlich; fabelhaft; vergnügt; entzückend; wohltuend; ergötzlich)
pleasant; nice; lovely; easy going; good-
pleasant bijvoeglijk naamwoord
-
nice bijvoeglijk naamwoord
-
lovely bijvoeglijk naamwoord
-
easy going bijvoeglijk naamwoord
-
good bijvoeglijk naamwoord
-
-
toll (grossartig; riesig)
tremendous; enormous; immense-
tremendous bijvoeglijk naamwoord
-
enormous bijvoeglijk naamwoord
-
immense bijvoeglijk naamwoord
-
-
toll (fabelhaft; großartig; genial)
-
toll (dufte; tipp-topp; schick; großartig; super; tadellos; steil; hervorragend; stark; herrlich; gut; riesig; hoch; prima)
outrageous; fantastic; cool; super-
outrageous bijvoeglijk naamwoord
-
fantastic bijvoeglijk naamwoord
-
cool bijvoeglijk naamwoord
-
super bijvoeglijk naamwoord
-
-
toll (kolossal; groß; riesig; imposant; stark; ungeheuer; gewaltig; fabelhaft; großartig; riesenhaft; grandios; titanisch; irre; eindrucksvoll; kapital; enorm; überwältigend; unermeßlich; immens; gigantisch; himmelweit; imponierend; triumphal)
huge; tremendous; vast; enormous; immense; gigantic; out of proportion; very large-
huge bijvoeglijk naamwoord
-
tremendous bijvoeglijk naamwoord
-
vast bijvoeglijk naamwoord
-
enormous bijvoeglijk naamwoord
-
immense bijvoeglijk naamwoord
-
gigantic bijvoeglijk naamwoord
-
out of proportion bijvoeglijk naamwoord
-
very large bijvoeglijk naamwoord
-
-
toll (hervorragend; wunderschön; einzigartig; köstlich; großartig; stolz; einmalig; fabelhaft; prächtig; einzig; genial; famos)
magnificent; excellent; splendid; wonderful; superb-
magnificent bijvoeglijk naamwoord
-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
splendid bijvoeglijk naamwoord
-
wonderful bijvoeglijk naamwoord
-
superb bijvoeglijk naamwoord
-
-
toll (motiviert; besessen)
-
toll (Sehrgrosmäsig; groß; gewaltig; gigantisch; flink; unermeßlich; titanisch; hoch; riesig; irre; fabelhaft; großartig; kapital; enorm; riesenhaft; immens; kolossal; himmelweit)
huge; immense; to a huge extent; enormous; stupendous; gigantic-
huge bijvoeglijk naamwoord
-
immense bijvoeglijk naamwoord
-
to a huge extent bijvoeglijk naamwoord
-
enormous bijvoeglijk naamwoord
-
stupendous bijvoeglijk naamwoord
-
gigantic bijvoeglijk naamwoord
-
-
toll
Vertaal Matrix voor toll:
Synoniemen voor "toll":
Wiktionary: toll
toll
toll
Cross Translation:
-
teilweise veraltet, teilweise regional: einfältig, anmaßend, verrückt, geistesgestört, besessen, schizophren
-
an Tollwut erkrankt, tollwütig
-
(umgangssprachlich): großartig, unglaublich (Ausdruck der Bewunderung), sagenhaft
adjective
-
good, useful
-
showing or requiring great precision or sensitive discernment
-
insane (adj.)
- mad → geisteskrank; irre; verrückt; toll; wahnsinnig
-
very beautiful
-
as a pro-sentence
-
ironic: how unfortunate
-
excellent, exciting
-
very good
-
slang: awesome
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toll | → aberrant | ↔ aberrant — Qui diffère de la normale. |
• toll | → cute; sweet | ↔ chouette — Qui plait, sympa. |
• toll | → nice; cool; sweet | ↔ chouette — Interjection exprimant la satisfaction. |
• toll | → furious; wrathful; ferocious; frenetic; frenzied; wild | ↔ furieux — Qui est en fureur ; qui est en furie. |