Engels
Uitgebreide vertaling voor boo call (Engels) in het Duits
boo call: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- boo: buh; schreien; toben; jubeln; brüllen; johlen; jauchzen; ausschimpfen; herausschreien; lautauf schreien
- Call: Anrufen
- call: klingeln; läuten; anrufen; telefonieren; Anrufen; schreien; kreischen; lautauf schreien; nennen; benennen; ernennen; ansprechen; anreden; Ansprechen; Anruf; bumsen; schellen; hämmern; Telefoon; bimmeln; rufen; Aufforderung; Aufruf; zuziehen; herbeirufen; Ausrufen; Ruf; Schrei; aufrufen; einberufen; Schreien; Rufen; Lockruf; zusammenrufen; Lockpfeife; Lockton; bestimmen; befehlen; anordnen; verordnen; vorschreiben; diktieren; bekanntmachen; Tonsignal
Wiktionary: boo call
boo call
noun
-
der Ausruf „buh“ vor allem zum Erschrecken, aber auch zur Unmutsbekundung