Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: bisschen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: bisschen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Bißchen:
- lite; smula
- en liten bit
Wiktionary:
- bisschen → lilla, ingenting alls, ingenting, lite

Duits

Uitgebreide vertaling voor bisschen (Duits) in het Zweeds

bisschen:

Synoniemen voor "bisschen":

bissel; bisserl; wenig; ein klein bisschen; ein kleines bisschen; ein Schuss; ein Spritzer; ein wenig; eine Prise; einen Tacken; einen Tick; etwas; Abstufung; Grad; Maß
kleinster Teil

Wiktionary: bisschen

bisschen

„das bisschen“ zur Kennzeichnung einer unwichtigen, gering geschätzten Sache
- bisschen → lilla
kein bisschen + Substantiv: überhaupt kein, gar kein
- bisschen → ingenting alls; ingenting
undeklinierbar: ein klein wenig, eine kleine Menge von etwas
- bisschen → lite

Bißchen:

Bißchen [die ~] zelfstandig naamwoord

die Bißchen
lite; smula
- lite zelfstandig naamwoord
- smula [-en] zelfstandig naamwoord

Bißchen [das ~] zelfstandig naamwoord

Bißchen (Wenig)
en liten bit
- en liten bit zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bißchen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
en liten bit	Bißchen; Wenig	Ausflug; Schimmer; klein Bischen
lite	Bißchen
smula	Bißchen	Deut; Firlefanz; Klimbim; Krume; Krümel; Körnchen; Nippsache; Scheibe; Schnicksnack; Schnitte
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lite		ein wenig; wenig
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
en liten bit		ein bißchen
lite		ein wenig; einigermaßen

Verwante vertalingen van bisschen

ein bißchen