Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. autogen:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. autogen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor autogen (Duits) in het Zweeds

autogen:

autogen bijvoeglijk naamwoord

  1. autogen
    autogen; autogent

Vertaal Matrix voor autogen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autogen autogen
autogent autogen

Wiktionary: autogen

autogen
adjective
  1. selbsterzeugend (ohne Bindematerial; beim Schweißen)
  2. selbsttätig, -ständig (aus eigener Kraft)



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor autogen (Zweeds) in het Duits

autogen:

autogen bijvoeglijk naamwoord

  1. autogen (autogent)
    autogen

Vertaal Matrix voor autogen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autogen autogen; autogent

Wiktionary: autogen

autogen
adjective
  1. selbsterzeugend (ohne Bindematerial; beim Schweißen)
  2. selbsttätig, -ständig (aus eigener Kraft)