Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Zahnschmerz

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Zahnschmerz

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Zahnschmerz:
- Wiktionary:
  Zahnschmerz → tandvärk
  Zahnschmerz → tandvärk
- Synoniemen voor "Zahnschmerz":
  Zahnweh

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zahnschmerz (Duits) in het Zweeds

Zahnschmerz: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Zahn: tand
Schmerz: smärta; värk; besvär

Zahnschmerz:

Synoniemen voor "Zahnschmerz":

Zahnweh

Wiktionary: Zahnschmerz

Zahnschmerz

noun

meist Plural: Schmerz, der von einem kranken Zahn verursacht wird
- Zahnschmerz → tandvärk

Cross Translation:

From	To	Via
• Zahnschmerz	→ tandvärk	↔ toothache — ache in a tooth