Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Scheune:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Scheune (Duits) in het Zweeds

Scheune:

Scheune [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Scheune (Schuppen)
    lada; skjul
    • lada [-en] zelfstandig naamwoord
    • skjul [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. die Scheune (Hütte; Kabuff; Bruchbude)
    hydda; barnsäng; skyddshus; tältsäng
  3. die Scheune
    uselt ställe

Vertaal Matrix voor Scheune:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barnsäng Bruchbude; Hütte; Kabuff; Scheune Kindbett; Kinderbett; Kinderbettchen; Wochenbett
hydda Bruchbude; Hütte; Kabuff; Scheune
lada Scheune; Schuppen Bauernscheuer
skjul Scheune; Schuppen Berghütte; Schirmdach; Schuppen; Schutzdach; Verschlag; Vordach
skyddshus Bruchbude; Hütte; Kabuff; Scheune
tältsäng Bruchbude; Hütte; Kabuff; Scheune Armeepritsche; Feldbett
uselt ställe Scheune
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lada nachladen

Synoniemen voor "Scheune":


Wiktionary: Scheune

Scheune
noun
  1. landwirtschaftliches Gebäude zum Aufbewahren von Gütern, insbesondere von Getreide

Cross Translation:
FromToVia
Scheune ladugård; lagård; lada barn — building
Scheune kiosk kiosque — urbanisme|fr siècle|XVIII Dans l’aménagement des parc et jardin, pavillon pour l’agrément ou la musique, d’inspiration oriental, de structure léger et ouverte et de plan circulaire ou polygonal.
Scheune kram échoppe — Petite boutique ordinairement en appentis et adossée contre une muraille.