Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Ruck

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Ruck

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Ruck:
- drag; ryck; skakning; tag; ryckning
Wiktionary:
- Ruck → sväng, ryck
- Ruck → ryck

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ruck (Duits) in het Zweeds

Ruck:

Ruck [der ~] zelfstandig naamwoord

der Ruck (Anziehen)
drag; ryck
- drag [-ett] zelfstandig naamwoord
- ryck [-ett] zelfstandig naamwoord
der Ruck (erschütternde Bewegung; Stoß)
skakning
- skakning [-en] zelfstandig naamwoord
der Ruck (Strackziehen; Anziehen)
tag; drag; ryckning
- tag zelfstandig naamwoord
- drag [-ett] zelfstandig naamwoord
- ryckning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ruck:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drag	Anziehen; Ruck; Strackziehen	Gesichtszug; Schachzug; Schlücke; Spielzug; Zug von eine Zigarette; Zuglüfte; Züge
ryck	Anziehen; Ruck
ryckning	Anziehen; Ruck; Strackziehen
skakning	Ruck; Stoß; erschütternde Bewegung	Achselzucken; Erschütterung; Gliederzucken; Stoßen; Tremor; Zittern; Zuckung; Zusammenziehung
tag	Anziehen; Ruck; Strackziehen	Weile
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skakning		zuckend

Wiktionary: Ruck

Ruck

noun

plötzlicher Wechsel der politischen Richtung
- Ruck → sväng
ein ein Versetzen verursachender abrupter Impuls
- Ruck → ryck
ein Sichzusammennehmen oder Aufraffen
- Ruck → ryck

Cross Translation:

From	To	Via
• Ruck	→ ryck	↔ start — sudden involuntary movement