Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Kuchenstück

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Kuchenstück

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Kuchenstück:
- Wiktionary:
  Kuchenstück → kakbit

Duits

Uitgebreide vertaling voor Kuchenstück (Duits) in het Zweeds

Kuchenstück: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Kuchen: kex; skorpa; bakelse; kaka; tårta; mjuk kaka; kakor; åldring; gammal person; paj
Stück: del; element; ingrediens; beståndsdel; bit; skådespel; kontingent; stycke; klump; portion; klimp; kupong; voucher; skiva; liten del; duk; trasa; putstrasa; sektion; segment; liten bit

Wiktionary: Kuchenstück

Kuchenstück

noun

ein Stück eines Kuchens
- Kuchenstück → kakbit