Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Krise

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Krise

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Krise:
- låg ekonomi; nedrig konjunktur
Wiktionary:
- Krise → kris
- Krise → kris, livskris, psykisk kris

Duits

Uitgebreide vertaling voor Krise (Duits) in het Zweeds

Krise:

Krise [die ~] zelfstandig naamwoord

die Krise (niedrige Konjunktur)
låg ekonomi; nedrig konjunktur
- låg ekonomi zelfstandig naamwoord
- nedrig konjunktur zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
låg ekonomi	Krise; niedrige Konjunktur
nedrig konjunktur	Krise; niedrige Konjunktur

Synoniemen voor "Krise":

Ausweglosigkeit; Bredouille; Dilemma; Klemme; Krisis; kritische Situation; Malaise; Misere; Not; Notlage; Problemsituation; Sackgasse; Schlamassel; schlimmer Zustand; schwierige Situation; Schwierigkeit; Zwangslage; Befindlichkeit; Konstitution; Stand; Status; Verfassung; Zustand

Wiktionary: Krise

Krise

noun

instabiler Zustand
- Krise → kris

Cross Translation:

From	To	Via
• Krise	→ kris	↔ crisis — unstable situation in political, social, economic or military affairs
• Krise	→ kris; livskris	↔ crisis — traumatic or stressful change in a person's life
• Krise	→ psykisk kris	↔ crisis — een zware noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt
• Krise	→ kris	↔ crise — médecine\|fr changement en bien ou en mal qui survient dans le cours d'une maladie et s'annonce par quelques phénomènes particuliers, comme une excrétion abondante, une hémorragie considérable, des sueurs, un dépôt dans les urines, etc.