Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kälte:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kälte (Duits) in het Zweeds

Kälte:

Kälte [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kälte (Kühle; Kühlheit)
    kylighet
  2. die Kälte (Kühle; Frischheit; Frische; Kühlheit)
    kyla
    • kyla [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kälte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kyla Frische; Frischheit; Kälte; Kühle; Kühlheit Erkältung; Frostigkeit; Kühle; Kühlheit; Schnupfen; Ungeselligkeit; Zurückhaltung
kylighet Kälte; Kühle; Kühlheit Frostigkeit; Kühle; Kühlheit; Ungeselligkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kyla erstarren

Synoniemen voor "Kälte":


Wiktionary: Kälte

Kälte
noun
  1. das menschliche Empfinden für den Mangel an Wärme, fehlende Wärme, Kaltsein
  2. Unfreundlichkeit, Gefühlskälte

Cross Translation:
FromToVia
Kälte kyla; kall koude — het koud zijn