Duits
Uitgebreide vertaling voor zweitklassig (Duits) in het Zweeds
zweitklassig:
-
zweitklassig (untergeordnet; ärmlich; gebrechlich; unzureichend; ungenügend; armselig; schwach; niedrig; dürftig; schäbig; kärglich; minderwertig; karg; hinfällig; zweitrangig)
undermåligt; dålig; dåligt-
undermåligt bijvoeglijk naamwoord
-
dålig bijvoeglijk naamwoord
-
dåligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
zweitklassig (mittelmäßig; mäßig; minderwertig; zweitrangig; unter dem Mindestmaß)
medelmåttig; slätstruken; medelmåttigt-
medelmåttig bijvoeglijk naamwoord
-
slätstruken bijvoeglijk naamwoord
-
medelmåttigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zweitklassig:
Synoniemen voor "zweitklassig":
Computer vertaling door derden: