Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zweifach:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zweifach (Duits) in het Zweeds

zweifach:

zweifach bijvoeglijk naamwoord

  1. zweifach (zweiteilig; zweigliedrig)
    tvådelad; tvådelat
  2. zweifach (zweiteilig)
    tvådeligt; tvådelig

Vertaal Matrix voor zweifach:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvådelad zweifach; zweigliedrig; zweiteilig
tvådelat zweifach; zweigliedrig; zweiteilig
tvådelig zweifach; zweiteilig
tvådeligt zweifach; zweiteilig

Synoniemen voor "zweifach":

  • doppelt; doppelt gemoppelt; paar; zweigleisig

Wiktionary: zweifach

zweifach
adjective
  1. zwei mal so oft oder so viel

Cross Translation:
FromToVia
zweifach dubbel double — Qui valoir, qui pèse ou qui contenir deux fois autant.

Computer vertaling door derden: