Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zirpen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zirpen (Duits) in het Zweeds

zirpen:

zirpen werkwoord (zirpe, zirpst, zirpt, zirpte, zirptet, gezirpt)

  1. zirpen
    tjirpa
    • tjirpa werkwoord (tjirpar, tjirpade, tjirpat)
  2. zirpen (zwitschern; trällern)
    pipa; kvittra
    • pipa werkwoord (pipar, pipade, pipat)
    • kvittra werkwoord (kvittrar, kvittrade, kvittrat)

Conjugations for zirpen:

Präsens
  1. zirpe
  2. zirpst
  3. zirpt
  4. zirpen
  5. zirpt
  6. zirpen
Imperfekt
  1. zirpte
  2. zirptest
  3. zirpte
  4. zirpten
  5. zirptet
  6. zirpten
Perfekt
  1. habe gezirpt
  2. hast gezirpt
  3. hat gezirpt
  4. haben gezirpt
  5. habt gezirpt
  6. haben gezirpt
1. Konjunktiv [1]
  1. zirpe
  2. zirpest
  3. zirpe
  4. zirpen
  5. zirpet
  6. zirpen
2. Konjunktiv
  1. zirpte
  2. zirptest
  3. zirpte
  4. zirpten
  5. zirptet
  6. zirpten
Futur 1
  1. werde zirpen
  2. wirst zirpen
  3. wird zirpen
  4. werden zirpen
  5. werdet zirpen
  6. werden zirpen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zirpen
  2. würdest zirpen
  3. würde zirpen
  4. würden zirpen
  5. würdet zirpen
  6. würden zirpen
Diverses
  1. zirp!
  2. zirpt!
  3. zirpen Sie!
  4. gezirpt
  5. zirpend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zirpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pipa Schaft
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kvittra trällern; zirpen; zwitschern trällern; zwitschern
pipa trällern; zirpen; zwitschern anpiepen; aufrufen; knarren; piepsen; quietschen; weiterreichen
tjirpa zirpen

Synoniemen voor "zirpen":