Duits
Uitgebreide vertaling voor zügellos (Duits) in het Zweeds
zügellos:
-
zügellos (ungebunden; frei)
fritt; obundet; fri; befriat från bojor; befriad från bojor-
fritt bijvoeglijk naamwoord
-
obundet bijvoeglijk naamwoord
-
fri bijvoeglijk naamwoord
-
befriat från bojor bijvoeglijk naamwoord
-
befriad från bojor bijvoeglijk naamwoord
-
-
zügellos (außerordentlich; übermäßig; besonder; auffällig; extrem; einzigartig; hervorragend; außergewöhnlich; äußerst; ungewöhnlich; speziell; aufwendig; übertrieben; markant; bemerkenswert; auffallend; apart; augenscheinlich; maßlos; extravagant; ausschweifend; hervorspringend; über alle Maßen)
överdrivet; överdriven; extremt-
överdrivet bijvoeglijk naamwoord
-
överdriven bijvoeglijk naamwoord
-
extremt bijvoeglijk naamwoord
-
-
zügellos (locker; ausschweifend)
otyglad; otyglat; utsvävandet; vidlyftig; vidlyftigt-
otyglad bijvoeglijk naamwoord
-
otyglat bijvoeglijk naamwoord
-
utsvävandet bijvoeglijk naamwoord
-
vidlyftig bijvoeglijk naamwoord
-
vidlyftigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
zügellos (unlenkbar; unregierbar)
tygellöst; okontrollerad; oregerligt; tygellös; okontrollerat-
tygellöst bijvoeglijk naamwoord
-
okontrollerad bijvoeglijk naamwoord
-
oregerligt bijvoeglijk naamwoord
-
tygellös bijvoeglijk naamwoord
-
okontrollerat bijvoeglijk naamwoord
-
-
zügellos (hemmungslos)
odisciplinerat; otuktat; otuktad-
odisciplinerat bijvoeglijk naamwoord
-
otuktat bijvoeglijk naamwoord
-
otuktad bijvoeglijk naamwoord
-