Duits

Uitgebreide vertaling voor wonach (Duits) in het Zweeds

wonach:

wonach bijvoeglijk naamwoord

  1. wonach (worauf)
    varefter
  2. wonach
    vems
    • vems bijvoeglijk naamwoord
  3. wonach (woran; an welchen; an welchem; an was)
    till vilket
  4. wonach (wofür; für; warum; )
    för vilket
  5. wonach (für; wofür; warum; wieso; wozu)

Vertaal Matrix voor wonach:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
för vilket für; nach; warum; wieso; wofür; wonach; wozu; zu
i vilket syfte som helst für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu
till vilket an was; an welchem; an welchen; wonach; woran
vad det än ska vara bra för für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu
varefter wonach; worauf nachher; sodann
vems wonach dessen

Synoniemen voor "wonach":