Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wiewohl:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wiewohl (Duits) in het Zweeds

wiewohl:

wiewohl bijvoeglijk naamwoord

  1. wiewohl (obgleich; obschon; obwohl; wenngleich)
    fastän; låt vara

Vertaal Matrix voor wiewohl:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastän obgleich; obschon; obwohl; wenngleich; wiewohl
låt vara obgleich; obschon; obwohl; wenngleich; wiewohl

Synoniemen voor "wiewohl":