Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. weg:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor weg (Duits) in het Zweeds

weg:

weg bijvoeglijk naamwoord

  1. weg (hinaus)
    borta
    • borta bijvoeglijk naamwoord
  2. weg (verschwunden; davon)
    försvunnet; försvunnen
  3. weg (weggefahren)
    avgång
  4. weg (fort; verschwunden; futsch)
    framåt

Vertaal Matrix voor weg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgång Abfahrt; Abreise; Verlassen; Verschwinden
framåt Angriffsspieler; Stürmer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgång weg; weggefahren
borta hinaus; weg unterwegs
framåt fort; futsch; verschwunden; weg voran; vorwaerts; zuvor
försvunnen davon; verschwunden; weg durchgegangen; mit der Sonne im Norden weggeganen; verloren
försvunnet davon; verschwunden; weg verloren

Synoniemen voor "weg":


Wiktionary: weg


Cross Translation:
FromToVia
weg borta away — not here; gone

Verwante vertalingen van weg