Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wachsam:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wachsam (Duits) in het Zweeds

wachsam:

wachsam bijvoeglijk naamwoord

  1. wachsam (vorsichtig; aufmerksam; besonnen; )
    försiktigt; iaktagen; vaken; vaket
  2. wachsam (aufmerksam; andächtig)
    observant

Vertaal Matrix voor wachsam:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
försiktigt aufmerksam; bedacht; bedachtsam; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam akkurat; bedachtsam; bedächtig; behutsam; besonnen; duldsam; edel; gnädig; gutherzig; jovial; mild; milde; nicht nachtragend; samtartig; sanft; sanftmütig; sorgfältig; tolerant; umsichtig; vorsichtig; weich
iaktagen aufmerksam; bedacht; bedachtsam; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam
observant andächtig; aufmerksam; wachsam
vaken aufmerksam; bedacht; bedachtsam; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam aufgeweckt; flott; lebendig; lebhaft; munter; quick; schlagfertig; wach; wacker
vaket aufmerksam; bedacht; bedachtsam; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam aufgeweckt; flott; lebendig; lebhaft; munter; quick; schlagfertig; wach; wacker

Synoniemen voor "wachsam":


Wiktionary: wachsam


Cross Translation:
FromToVia
wachsam vaken; alert alert — attentive
wachsam uppmärksam; försiktig vigilant — watchful
wachsam uppmärksam; påpasslig; artig attentif — Qui a de l’attention, de la concentration sur quelque chose.