Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal verraten

Vertaal verraten van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verraten:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verraten (Duits) in het Zweeds

verraten:

verraten werkwoord

  1. verraten (ausplaudern; ausschwatzen; ausplappern)
    skvallra; babbla; pladdra; låta undfalla sig
    • skvallra werkwoord (skvallrar, skvallrade, skvallrat)
    • babbla werkwoord (babblar, babblade, babblat)
    • pladdra werkwoord (pladdrar, pladdrade, pladdrat)
    • låta undfalla sig werkwoord (låter undfalla sig, lät undfalla sig, låtit undfalla sig)
  2. verraten (ausposaunen; mitteilen; verpfeifen; )
    avslöja; ange; skvallra; tjalla
    • avslöja werkwoord (avslöjer, avslöjde, avslöjt)
    • ange werkwoord (anger, angav, angivit)
    • skvallra werkwoord (skvallrar, skvallrade, skvallrat)
    • tjalla werkwoord (tjallar, tjallade, tjallat)
  3. verraten (anbringen; anzeigen; petzen; )
    berätta sagor; fördöma
    • berätta sagor werkwoord (berättar sagor, berättade sagor, berättat sagor)
    • fördöma werkwoord (fördömer, fördömde, fördömt)
  4. verraten (anzeigen; verpfeifen; petzen)
    förråda; ange; skvallra på
    • förråda werkwoord (förråder, förrådde, förrått)
    • ange werkwoord (anger, angav, angivit)
    • skvallra på werkwoord (skvallrar på, skvallrade på, skvallrat på)

verraten bijvoeglijk naamwoord

  1. verraten (verpetzt; ausgeplaudert)
    utsläppt

Vertaal Matrix voor verraten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbla Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ange angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen auflisten; eingeben
avslöja angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen auflösen; auseinanderfalten; ausfindig machen; bloßlegen; entdecken; enthüllen; entpuppen; entschleiern; enttarnen; freigeben; herausbekommen; herausbringen; hinterkommen; sich entpuppen als; veröffentlichen
babbla ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten auseinanderfalten; ausklappen; babbeln; brabbeln; faseln; glucksen; herausplappern; herausplatzen; heraussprudeln; hinterbringen; leiern; plappern
berätta sagor anbringen; anzeigen; denunzieren; mitteilen; petzen; verpfeifen; verraten
fördöma anbringen; anzeigen; denunzieren; mitteilen; petzen; verpfeifen; verraten ablehnen; aburteilen; beanstanden; das Urteil sprechen; für unzweckmäßig erklären; schlecht bekannt machen; schlecht vorstellen; verdammen; verfluchen; verketzern; verurteilen; verwünschen; zur Hölle wünschen
förråda anzeigen; petzen; verpfeifen; verraten
låta undfalla sig ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten
pladdra ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; brabbeln; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; glucksen; heraussprudeln; herumerzählen; hinterbringen; klatschen; kommunizieren; konversieren; leiern; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern
skvallra angeben; anzeigen; ausplappern; ausplaudern; ausposaunen; ausschwatzen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen ausposaunen; austragen; denunzieren; durchsagen; herumerzählen; plappern; weitererzählen; übertragen
skvallra på anzeigen; petzen; verpfeifen; verraten
tjalla angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utsläppt ausgeplaudert; verpetzt; verraten freigegeben

Synoniemen voor "verraten":

  • ans Messer liefern; Verrat begehen

Wiktionary: verraten

verraten
verb
  1. etw. verraten: jemandem ein Geheimnis oder eine vertrauliche Nachricht preisgeben
  2. jmd. verraten: jemandes Identität oder Aufenthaltsort einer Person/Instanz mitteilen, die jenen verfolgt
  3. jmd. verraten: arglistig Partei wider jemanden ergreifen, zu dem man in einem Loyalitätsverhältnis steht
  4. ein Land oder eine Gruppe verraten: mutwillig eine Gruppe, zu der man gehört, in einer Konfliktsituation im Stich lassen oder schädigen
  5. sich verraten: unbeabsichtigt ein Geheimnis preisgeben
Cross Translation:
FromToVia
• verraten → förråda ↔ betray — to deliver into the hands of an enemy
• verraten → förråda ↔ trahir — Faire une perfidie à quelqu’un ; lui manquer de foi.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0340 seconde
Page rendered in 1.0 seconds