Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal verlottern

Vertaal verlottern van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

verlottern:
- vara ovårdad; vara sjaskig; vara sjabbig

Duits

Uitgebreide vertaling voor verlottern (Duits) in het Zweeds

verlottern:

verlottern werkwoord (verlottere, verlotterst, verlottert, verlotterte, verlottertet, verlottert)

verlottern (verwahrlosen lassen; verkommen lassen)
vara ovårdad; vara sjaskig; vara sjabbig
- vara ovårdad werkwoord (är ovårdad, var ovårdad, varit ovårdad)
- vara sjaskig werkwoord (är sjaskig, var sjaskig, varit sjaskig)
- vara sjabbig werkwoord (är sjabbig, var sjabbig, varit sjabbig)

Conjugations for verlottern:

Präsens

verlottere
verlotterst
verlottert
verlotteren
verlottert
verlotteren

Imperfekt

verlotterte
verlottertest
verlotterte
verlotterten
verlottertet
verlotterten

Perfekt

habe verlottert
hast verlottert
hat verlottert
haben verlottert
habt verlottert
haben verlottert

1. Konjunktiv [1]

verlottere
verlotterest
verlottere
verlotteren
verlotteret
verlotteren

2. Konjunktiv

verlotterte
verlottertest
verlotterte
verlotterten
verlottertet
verlotterten

Futur 1

werde verlottern
wirst verlottern
wird verlottern
werden verlottern
werdet verlottern
werden verlottern

1. Konjunktiv [2]

würde verlottern
würdest verlottern
würde verlottern
würden verlottern
würdet verlottern
würden verlottern

Diverses

verlotter!
verlottert!
verlotteren Sie!
verlottert
verlotternd

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verlottern:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vara ovårdad	verkommen lassen; verlottern; verwahrlosen lassen
vara sjabbig	verkommen lassen; verlottern; verwahrlosen lassen
vara sjaskig	verkommen lassen; verlottern; verwahrlosen lassen

Synoniemen voor "verlottern":

faulen; gammeln; herunterkommen; modern; verfallen; verfaulen; vergammeln; verkommen; vermodern; verrotten; verwesen

Verwante vertalingen van verlottern

verlottern lassen