Duits
Uitgebreide vertaling voor verkleidet (Duits) in het Zweeds
verkleidet:
-
verkleidet (inkognito)
Vertaal Matrix voor verkleidet:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dold | inkognito; verkleidet | ausgeblendet; verborgen; verhohlen; verschleiert; versteckt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förklätt | inkognito; verkleidet | Inkognito; maskiert; verborgen; verhohlen; verschleiert; versteckt |
maskerad | inkognito; verkleidet | Inkognito; maskiert |
verkleiden:
Conjugations for verkleiden:
Präsens
- verkleide
- verkleidest
- verkleidet
- verkleiden
- verkleidet
- verkleiden
Imperfekt
- verkleidete
- verkleidetest
- verkleidete
- verkleideten
- verkleidetet
- verkleideten
Perfekt
- habe verkleidet
- hast verkleidet
- hat verkleidet
- haben verkleidet
- habt verkleidet
- haben verkleidet
1. Konjunktiv [1]
- verkleide
- verkleidest
- verkleide
- verkleiden
- verkleidet
- verkleiden
2. Konjunktiv
- verkleidete
- verkleidetest
- verkleidete
- verkleideten
- verkleidetet
- verkleideten
Futur 1
- werde verkleiden
- wirst verkleiden
- wird verkleiden
- werden verkleiden
- werdet verkleiden
- werden verkleiden
1. Konjunktiv [2]
- würde verkleiden
- würdest verkleiden
- würde verkleiden
- würden verkleiden
- würdet verkleiden
- würden verkleiden
Diverses
- verkleid!
- verkleidet!
- verkleiden Sie!
- verkleidet
- verkleidend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verkleiden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
boasera | bekleiden; täfeln; verkleiden | |
byta kläder | hüllen; umkleiden; umziehen; verkleiden | |
dölja | bedecken; bekleiden; beziehen; verdecken; verkleiden; versehen | abschirmen; ausblenden; einhüllen; hineinfressen; hinterziehen; hinunterschlucken; hüllen; kamouflieren; reduzieren; tarnen; verbeißen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verhüllen; verschleiern; verschweigen; verstecken; vertuschen; zurückhalten |
förkläda sig | tarnen; umkleiden; verkleiden; vermummen | |
klä om | hüllen; umkleiden; umziehen; verkleiden | |
panela | bekleiden; täfeln; verkleiden | täfeln |
täcka över | bedecken; bekleiden; beziehen; verdecken; verkleiden; versehen | abdecken; überdachen; überdecken |
Synoniemen voor "verkleiden":
Computer vertaling door derden: